2M week 4 les 2

2M week 4 les 2
(homework for next lesson: finish 4.4)
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

2M week 4 les 2
(homework for next lesson: finish 4.4)

Slide 1 - Tekstslide

let's start 4.4
you go to you online books and start lesson 4.4. We are going to do the first few excercises together 

Slide 2 - Tekstslide

excercises
Let's do excercises 28 to 30 together when finished do excercises 31a

Slide 3 - Tekstslide

Grammar

Slide 4 - Tekstslide

Gerund

Slide 5 - Woordweb

Een gerund
A
is een zelfstandignaamwoord
B
is een werkwoord gebruikt als zelfstandignw
C
is een lijdendvoorwerp

Slide 6 - Quizvraag

Een gerund maak je met
A
ww+ ing
B
am/are/ is + ww+ing
C
ww+ed
D
ww+s

Slide 7 - Quizvraag

Een goede gerund is
A
We are eating right now.
B
I love eating outside

Slide 8 - Quizvraag

Een voorbeeld van een gerund is
A
I am thinking of helping him.
B
I am helping him move

Slide 9 - Quizvraag

en de laatste
A
She asked me to swim to her
B
Swimming is good for your mind

Slide 10 - Quizvraag

He hates ______(go) outside when it rains

Slide 11 - Open vraag

Peter enjoys _____ ( dance) a lot

Slide 12 - Open vraag

_______ (talk) is forbidden!

Slide 13 - Open vraag

They keep on _____ (call) me stupid!

Slide 14 - Open vraag

Grammar
have/has to/ don't /doesn't have to

Slide 15 - Tekstslide

Hulpwerkwoorden
should = zou moeten
must = moeten
have/has (got) to = iets moet van iemand anders

Slide 16 - Tekstslide



Slide 17 - Tekstslide

Should
Should = zou (niet) moeten.

Formule: Should  (+not) + hele werkwoord

jij vindt dat iets (niet) zou moeten.
Je geeft een advies.
Je raadt iets af.

Slide 18 - Tekstslide

Must

Must (+not) + hele werkwoord


Jij vindt dat iets (niet) moet. (krachtiger dan should)

Het is heel belangrijk, het kan niet anders of het is verplicht.


You must have a valid ticket in order to enter.
I must finish this essay today. I’m going out tomorrow.

Slide 19 - Tekstslide

Have to

has/have to + hele werkwoord


Iets moet van iemand anders, niet van jou.

'Het is nodig' -> noodzaak

Mum says I have to do the dishes.
I have to finish this essay today. We have to hand them in tomorrow

Slide 20 - Tekstslide

Have to in ontkenningen

Als je have to in ontkennende zinnen gebruikt, dan verandert de betekenis van 'moeten' in 'niet hoeven'.


Don't have to + hele werkwoord 
Doesn't have to + hele werkwoord

She doesn't have to walk her dog.

Slide 21 - Tekstslide

You ______ (do) your homework first!
(moeten)

Slide 22 - Open vraag

He _____ (give) back that book or he will pay for it. ( moeten)

Slide 23 - Open vraag

We ______ (go) to school first to pick him up ( moeten)

Slide 24 - Open vraag

She asks us _______ (help) her with her homework

Slide 25 - Open vraag

Grammar
this/ that/ these/ those

Slide 26 - Tekstslide

Aanwijzende voornaamwoorden

Slide 27 - Tekstslide

Wat zijn aanwijzende voornaamwoorden?
Zoals het woord het al zegt:
aanwijzende voornaamwoorden gebruik je om mensen, dieren en dingen aan te wijzen. 

Slide 28 - Tekstslide

Welke aanwijzende voornaamwoorden heb je in het Engels? 
Je hebt in het Engels 4 aanwijzende voornaamwoorden:
This 
That 
These
Those

Slide 29 - Tekstslide

Nederlandse vertaling 
de gebruikte woorden
Near = dichtbij
Far = ver af
Singular = enkelvoud
Plurar = meervoud

Slide 30 - Tekstslide

....... pen here is black
A
That
B
This
C
These
D
Those

Slide 31 - Quizvraag

......pencil over there is green.
A
This
B
Those
C
That
D
These

Slide 32 - Quizvraag

...... dogs over there are really dangerous.
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 33 - Quizvraag

Dichtbij
Ver af
This
That
These
Those

Slide 34 - Sleepvraag

E
n
k
e
l
v
o
u
d
M
e
e
r
v
o
u
d
These
Those
This
That

Slide 35 - Sleepvraag

En nu...oefenen op het web. 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link

Slide 38 - Link

Slide 39 - Link

Now finish Lesson 4.4
 do exercies 33/34/ 36 and you have to do all the practise more excercises

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide