HC1 Het Britse rijk - Amerika



HC 1 Het Britse rijk - Amerika
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les



HC 1 Het Britse rijk - Amerika

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Onderwerpen:
- Emigratie: push en pull factoren
- Eurocentrisme
- Koloniën in Amerika
- Relatie indianen en Britten

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kun je:
- push en pull-factoren voor (Britse) kolonisten in Amerika aangeven;
- verschil tussen vestigings- en plantagekolonie uitleggen;
- gevolgen van Britse kolonisatie voor indianen toelichten;
- uitleggen waarom indianen liever met Fransen dan met Britten contact hadden;
- aangeven wat de woorden indiaan, inheems, kolonist en slaaf betekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Emigratie: push en pull

Slide 4 - Tekstslide

Push en pull-factoren.
Kies het goede antwoord:
A
Werk is een push-factor
B
Werk is een pull-factor
C
Democratie is een push-factor
D
Oorlog is een pull-factor

Slide 5 - Quizvraag

Schrijf drie push en pull-factoren op waarom mensen gaan emigreren.

Slide 6 - Open vraag

Schrijf hier de push- en pullfactoren voor de Pilgrim Fathers

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Koloniën in Amerika

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Lees blz. 213 en schrijf in de volgende slide de verschillen op tussen de noordelijke en de zuidelijke koloniën in Amerika. Doe het zo:

Noordelijke koloniën
- kolonisten : veel/weinig
- economie is gericht op:

Hetzelfde doe je voor de zuidelijke koloniën.
Klaar? Leg uit bij welke kolonie de term vestigingskolonie en plantagekolonie past

Slide 11 - Tekstslide

Noteer hier de verschillen tussen de noordelijke en zuidelijke koloniën. Noem minimaal de hoeveelheid kolonisten en de inrichting van de economie.

Slide 12 - Open vraag

Manifest destiny

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wie is wie?
Inheems
Indiaan
Kolonist
tot slaaf gemaakten
LET OP: op plantagekoloniën werken GEEN indianen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Doelen
Aan het einde van de les kun je:
- push en pull-factoren voor (Britse) kolonisten in Amerika aangeven;
- verschil tussen vestigings- en plantagekolonie uitleggen;
- gevolgen van Britse kolonisatie voor indianen toelichten;
- uitleggen waarom indianen liever met Fransen dan met Britten contact hadden;
- aangeven wat de woorden indiaan, inheems, kolonist en slaaf betekenen.

Slide 17 - Tekstslide

Is er nog iets onduidelijk? Dan mag je hieronder je vraag stellen. Stel je geen vraag, dan ga ik ervan uit dat je deze stof beheerst.

Slide 18 - Open vraag