de winkelier wil winst 23 januari
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Mevrouw Jansen verkoopt 68 appeltaarten. Iedere taart kost €7,50 Wat is afzet, de verkoopprijs en de omzet?
Slide 2 - Open vraag
In inkoopwaarde van deze taarten is €312, wat is de brutowinst?
Slide 3 - Open vraag
De omzet van de schoolkantine is deze maand €4580,- de inkoopwaarde is €1475,-. Wat is de brutowinst?
Slide 4 - Open vraag
De brutowinst van de bakker is €955, de inkoopwaarde is €570. Wat is de omzet?
Slide 5 - Open vraag
De brutowinst van de gamestore is €2570, de inkoopwaarde is €1680. Wat is de omzet?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Een nieuwe auto kost €33.000. Je hebt als bedrijf 15 auto's verkocht. Wat is de omzet?
Slide 9 - Open vraag
De omzet is dus €495.000. De inkoopprijs van de auto's was €6.000 per auto (15 stuks).
Wat is de brutowinst? Bereken eerst de inkoopwaarde.
Wat is de brutowinst? Bereken eerst de inkoopwaarde.
