les 3 Kronos cultuur en grammatica

Grieks, Argo les 3
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grieks, Argo les 3

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Kronos en zijn familie
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg werkwoord en zelfstandig naamwoord.
  • Werkwoord oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Wie is Kronos eigenlijk?
A
De zoon van Ouranos
B
De bestuurder van de tijd
C
Een Titaan
D
Al deze antwoorden zijn goed

Slide 3 - Quizvraag

Kronos en zijn familie
  • Honderdarmigen
  • Kyklopen
  • Titanen


Slide 4 - Tekstslide

Kronos en zijn familie
  • Honderdarmigen - monsters: in de Tartaros!
  • Kyklopen - monsters: in de Tartaros!
  • Titanen - mooie reuzen, die mogen blijven!


Slide 5 - Tekstslide

Wat heeft Kronos zijn vader Ouranos aangedaan?
A
Hij heeft hem opgegeten.
B
Hij heeft hem opgesloten in de Tartaros.
C
Hij heeft hem gecastreerd.
D
Hij heeft hem van een hoge rots afgeduwd.

Slide 6 - Quizvraag

Grammatica: waar gaat de ρει-regel ook alweer over?
A
Over vrouwelijke z.nw.
B
Over de uitspraak van Griekse woorden
C
Over het Griekse alfabet
D
Over de nom. & de acc.

Slide 7 - Quizvraag

Nakijken ἐργον 10
1 α meervoud β de mensen;
2 α enkelvoud β de aarde;
3 α enkelvoud β het werk/ de daad
4 α meervoud β de bomen;
5 α enkelvoud β de broer;
6 α meervoud β de meisjes

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken ἐργον 11
1 τὰ ἔργα
2 οἱ ποταμόι
3 αἱ χώραι
4 οἱ ἵπποι
5 τὰ δένδρα
6 αἱ πέτραι

Slide 9 - Tekstslide

Kronos les 3: nieuw
In les 2, Mythos, stonden alleen de persoonsvormen ἐστι & εἰσι.
Wat betekenen die pv's ook alweer?

Nu: ook andere werkwoorden (weer alleen 3e pers.ev. & mv.)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welke vorm is een Griekse persoonsvorm in de 3e pers.ev.?
A
τρεχει
B
θεον
C
τρεχειν
D
θεαι

Slide 14 - Quizvraag

Welke vorm is een infinitivus in het Grieks?
A
ἐνταυθα
B
λεγουσι
C
ποταμος
D
λεγειν

Slide 15 - Quizvraag

Welke vorm staat in de 3e persoon meervoud? = moeilijk...
A
ἐστι
B
φερειν
C
εἰσι
D
λεγει

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat houdt de ρει-regel in?
A
Vrouwelijke z.nw. die eindigen op ε, ι, ρ krijgen een -η
B
1 ρει is geen ρει, 2 ρει is een half ρει, 3 ρει is een paasρει
C
Een infinitivus eindigt in het Grieks op -ρει
D
Vrouwelijke z.nw. die eindigen op ε, ι, ρ krijgen een -α

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het geslacht van ὁ ἡλιος en van το θηριον?
A
ὁ ἡλιος is mannelijk, το θηριον is onzijdig
B
ὁ ἡλιος is vrouwelijk, το θηριον is mannelijk
C
ὁ ἡλιος is onzijdig, το θηριον is vrouwelijk
D
ὁ ἡλιος is mannelijk, το θηριον is vrouwelijk

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Van welke Olympische god of godin wordt Semele de moeder?
A
Apollo
B
Artemis
C
Zeus
D
Dionysos

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide