Wat: Maak opdracht 20, 21, 22A+C & 23 op pagina 88.
Hoe: Alleen of in tweetallen.
Hulp: Weet je de betekenis van het woord niet pak je een woordenboek. De woorden op pagina 118.
Tijd: Over 8 minuten gaan we opdracht 20 nakijken.
Klaar? Maak opdracht 24.
Resultaat: je hebt geoefend met leesvaardigheid.