vrij 24 mei 2024

Freitag, der vierundzwanzigste Mai 2024
Ziel: Ik weet welke fouten ik heb gemaakt en wat ik de volgende keer anders/hetzelfde kan doen + 
Ik weet wanneer ik eine of ein moet gebruiken 

  1. Twee lesson up tickets
  2. Lesen: 43 +44 zelfstandig maken/ samen
  3. Grammatik: Samen beginnen 17 A + B, daarna in 2 groepen: (zelfstandig of samen) maken 17 tm 26
  4. Ik bespreek 1 op 1 de toetsen met iedereen
Hausaufgaben: Kapitel 5 moet  tm 26 af zijn





























































































































































  1. lesen:  selbständig arbeiten: alles bis  muss fertig sein         Hausaufgaben:  bis zu Aufgabe 20  ist fertig
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Freitag, der vierundzwanzigste Mai 2024
Ziel: Ik weet welke fouten ik heb gemaakt en wat ik de volgende keer anders/hetzelfde kan doen + 
Ik weet wanneer ik eine of ein moet gebruiken 

  1. Twee lesson up tickets
  2. Lesen: 43 +44 zelfstandig maken/ samen
  3. Grammatik: Samen beginnen 17 A + B, daarna in 2 groepen: (zelfstandig of samen) maken 17 tm 26
  4. Ik bespreek 1 op 1 de toetsen met iedereen
Hausaufgaben: Kapitel 5 moet  tm 26 af zijn





























































































































































  1. lesen:  selbständig arbeiten: alles bis  muss fertig sein         Hausaufgaben:  bis zu Aufgabe 20  ist fertig

Slide 1 - Tekstslide

uitlegvideo's/ plaatjes/quiz
 van deze les

Slide 2 - Tekstslide

Hoe pak ik leesvaardigheid het beste aan en leg uit waarom?!

Slide 3 - Open vraag

welke vraag heb je over de komende leestoets?

Slide 4 - Open vraag

uitlegvideo's / sheets van vorige lessen om terug te kijken

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wanneer is een woord der, die, das?
(Wat was de grammaticaregel van de vorige les?)

Slide 7 - Open vraag

14.45
A
Es ist Viertel vor zwei
B
Es ist Viertel vor drei
C
Es ist viertel vor zwei
D
Es ist viertel vor drei

Slide 8 - Quizvraag

11.34
A
Es ist vier nach halb fünf
B
Es ist vier nach halb zwölf
C
Es ist vier nach fünf
D
Es ist vier nach halb elf

Slide 9 - Quizvraag

00.00
A
Es ist zwölf
B
Es ist null Uhr
C
Es ist zwölf Stunden
D
Es ist zwölf Uhr

Slide 10 - Quizvraag

13.00
A
Es ist eins
B
Es ist eins Uhr
C
Es ist ein Uhr
D
Es ist dreizehn Uhr

Slide 11 - Quizvraag

schrijf de volgende kloktijden onder elkaar in 't Duits:
14.20/13.00/ 19.15/ 16.30/ 00.22

Slide 12 - Open vraag

Kloktijden: welke woorden heb je nodig? 

het is = Es ist
kwart voor = Viertel vor
Kwart over = Viertel nach
minuten= Minuten
half = halb
uur = Uhr



Slide 13 - Tekstslide

Kloktijden: voorbeelden
12.30 Es ist halb eins/ Es ist zwölf Uhr dreißig 
13.00: Es ist ein Uhr/ Es ist dreizehn Uhr
14.45: Es ist Viertel vor drei/ Es ist vierzehn Uhr fünfundvierzig
17.30: Es ist halb sechs/ Es ist siebzehn Uhr dreißig
22.40 Es ist zehn nach halb elf/ Es ist zweiundzwanzig Uhr vierzig



Slide 14 - Tekstslide


Slide 15 - Open vraag

______ du eine Frage?
A
habe
B
hast
C
haben
D
habt

Slide 16 - Quizvraag

______ ihr einen Hund?
A
habe
B
hast
C
haben
D
habt

Slide 17 - Quizvraag

Ich ______ eine Schwester
A
habe
B
hast
C
haben
D
habt

Slide 18 - Quizvraag

Ich ______ ein Junge
A
bin
B
sind
C
ist
D
seid

Slide 19 - Quizvraag

Die Mutter von Jesse ______ sehr lieb
A
bin
B
sind
C
ist
D
seid

Slide 20 - Quizvraag

Die Eltern von Jesse ______ sehr nett
A
bin
B
sind
C
ist
D
seid

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video