Taal Actief - Thema 3 les 1 Woordenschat

Taal
Thema 3, les 1
  • Klassikaal verhaal lezen, bladzijde 76.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taal
Thema 3, les 1
  • Klassikaal verhaal lezen, bladzijde 76.

Slide 1 - Tekstslide

Taal
Thema 3, les 1
  • Klassikaal verhaal lezen, bladzijde 76.
  • Zoek degene met het kaartje dat bij jouw kaartje past. Gevonden? Dan ga je als duo bij elkaar staan. 

Slide 2 - Tekstslide

Taal
Thema 3, les 1
  • Klassikaal verhaal lezen, bladzijde 76.
  • Zoek degene met het kaartje dat bij jouw kaartje past. Gevonden? Dan ga je als duo bij elkaar staan. 
  • Quiz 

Slide 3 - Tekstslide

Vul in:
Anne is rustig en bescheiden. Ze is ...................
A
uit haar bol
B
ingetogen
C
vermomd
D
uitbundig

Slide 4 - Quizvraag

Vul in:
Met carnaval zet ze een masker op, zodat ze niet meer te herkennen is. Ze ............. ...........
A
is uit haar bol
B
is ingetogen
C
vermomt zich
D
is uitbundig

Slide 5 - Quizvraag

Vul in:
Ze zingt mee met de liedjes die populair zijn met carnaval. Ze zingt ...............
A
heel hard
B
carnavalskrakers
C
volksfeest
D
uit haar bol

Slide 6 - Quizvraag

Vul in:
Heel veel mensen vieren carnaval. Het is een echt ..............
A
volksfeest
B
carnavalskraker
C
uitbundig feest
D
ingetogen feest

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord hoort er NIET bij:
"zo zout heb ik het nog nooit gegeten"
A
verbaasd
B
raar
C
rustig
D
vreemd

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord hoort er NIET bij:
"uit de kluiten gewassen"
A
stevig
B
klein
C
groot
D
flink

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord hoort er NIET bij:
"de traditie"
A
hetzelfde
B
gewend
C
nieuw
D
als altijd

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord hoort er NIET bij:
"beduusd"
A
uitbundig
B
verbaasd
C
zwijgen
D
stil

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord hoort er NIET bij:
"doordringend"
A
doorheen
B
geluid
C
stem
D
zacht

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord hoort er NIET bij:
"ingetogen"
A
rustig
B
uitgelaten
C
stil
D
bescheiden

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord kun je maken?

t o b r e l e

Slide 14 - Open vraag

Hoe ging het bij jou?
Goed! Ik had (bijna) niets fout.
Redelijk, ik maakte nog wel wat foutjes.
Niet zo goed. Ik moet de woorden nog goed oefenen.

Slide 15 - Poll