In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
NOVA katern
Paragraaf 2.2
Les 1: Bindingen in moleculaire stoffen
Nodig: schrift
VWO
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet welke binding wordt verbroken bij een fase overgang of mengen.
Je weet welke binding wordt verbroken bij een chemische reactie.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Niet-metaal atomen vormen groepjes.
Een groepje atomen bij elkaar heet een molecuul.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Hoe blijven de atomen in een molecuul bij elkaar?
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Onthoud
De vanderWaalsbinding zit TUSSEN moleculen en wordt verbroken bij een fase-overgang of als stoffen mengen.
De atoombinding zit IN moleculen en wordt verbroken bij een chemische reactie.
Slide 15 - Tekstslide
Aggregatie toestand en fase-overgang.
Open de simulatie op de volgende dia en zoek uit wat er gebeurt met de bindingen tussen de moleculen.
Beantwoord daarna de vragen.
Slide 16 - Tekstslide
https:
Slide 17 - Link
In een mengsel komt meer dan één soort moleculen voor.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Bij scheiden gaan de moleculen kapot.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
De moleculen van één stof zijn allemaal gelijk aan elkaar.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quizvraag
In de vaste fase van een stof kunnen de moleculen niet bewegen.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Als water verdampt bewegen de moleculen zo snel dat ze kunnen ontsnappen aan elkaars aantrekkingskracht. Deze aantrekkingskracht tussen moleculen heet:
A
atoombinding
B
vanderWaalsbinding
Slide 22 - Quizvraag
Chemische reactie
Kijk het filmpje op de volgende dia en ga na wat er bij een chemische reactie gebeurt met de bindingen tussen de atomen.
Beantwoord daarna de vragen.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Bij een chemische reactie gaan de atomen kapot.
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quizvraag
De aantrekkingskracht tussen atomen in een molecuul wordt vaak weergegeven met een streepje of een stokje. Deze aantrekkingskracht heet:
A
atoombinding
B
vanderWaalsbinding
Slide 26 - Quizvraag
Bij een chemische reactie herschikken de atomen zich in nieuwe groepjes.
A
waar
B
niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Een ontleedbare stof bevat:
A
één atoomsoort
B
meerdere atoomsoorten
Slide 28 - Quizvraag
Neem de tabel over in je schrift en vul hem in. Gebruik het Periodiek systeem der elementen op de volgende dia.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Kijk vraag 3 na:
Slide 31 - Tekstslide
Vraag 4a.
Elke atoomsoort heeft zijn eigen symbool.
Het zorgvuldig gebruik van hoofdletters en kleine letters is belangrijk.
Sleep de formule naar de juiste naam.
Tin
Zwavelnitride
Sn (s)
SN (g)
Slide 32 - Sleepvraag
Vraag 4b. Leg het verschil uit tussen Co (s) en CO (g).
Slide 33 - Open vraag
Yes, je hebt de les nu bijna afgerond ...
in de volgende dia ga je verder met de evaluatie.
Slide 34 - Tekstslide
Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 35 - Open vraag
Schrijf één of twee dingen op die je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.