Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
herhaling 23-34
herhaling 23-34
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo lwoo, havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
1 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
herhaling 23-34
Slide 1 - Tekstslide
Herzlich willkommen
Slide 2 - Tekstslide
Lernziele
Am Ende dieser Unterrichtsstunde:
Ben je klaar voor de aanstaande toets
Slide 3 - Tekstslide
Vertaal de onderstaande woorden
bevestigen
zwembad
de tent
handdoeken
handtekening
gasten
korting
download
slim
jammer
Slide 4 - Tekstslide
verleden tijd werkwoorden
Slide 5 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd
* Uitzondering: werkwoorden met een stam op -d of -t krijgen een extra e!
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Verleden tijd:
Lars ... seine Hausaufgaben nicht.
A
macht
B
machtet
C
machtete
D
machte
Slide 8 - Quizvraag
Verleden tijd:
Ich ... eine schöne Tasche.
A
kaufe
B
kaufte
C
kauft
D
kauftete
Slide 9 - Quizvraag
Verleden tijd:
Wir ... gestern ein gutes Spiel.
A
spielen
B
spieltten
C
spielten
D
spielteten
Slide 10 - Quizvraag
Hoe maak je de o.v.t. (Präteritum) in het Duits van een zwak werkwoord?
A
ge + stam + (e)t
B
stam in de o.t.t. + -t(e) + esttenten
C
de klinker verandert + esttenten
D
verledentijdsstam + -de
Slide 11 - Quizvraag
Bijzonderheden........
Als de stam eindigt op
-d
of
-t
Dan beginnen alle uitgangen automatisch met een
'e'
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> er [arbeiten]
A
arbeitet
B
arbeitete
C
arbeitetet
D
arbeite
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> ihr [baden]
A
bade
B
badet
C
badete
D
badetet
Slide 14 - Quizvraag
Bijv: De leraar heeft een auto gekocht.
1. Onderstreep alle zelfstandige naamwoorden.
De leraar
heeft
een auto
gekocht.
2. Vervang een zelfstandig naamwoord met het woord hij of hem.
Slide 15 - Tekstslide
De leraar heeft een auto gekocht.
De leraar
heeft
een auto
gekocht
2. Vervang een zelfstandig naamwoord met het woord hij of hem.
Hij
heeft
h
em
gekocht.
hij is een onderwerp
hem is lijdend voorwerp
Slide 16 - Tekstslide
Der Vater sucht das Geld.
Vertalen naar het Nederlands.
De zelfstandige naamwoorden
onderstrepen
De onderstreepte woorden vervangen met
hij
of
hem
Hij is onderwerp
Hem is lijdend voorwerp
Slide 17 - Tekstslide
Maak de tabel kompleet
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e naamval
(k)ein- Freund
keine Freunde
4de naamval
(k)eine Freundin
Slide 18 - Tekstslide
Maak de tabel kompleet
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e naamval
(k)ein- Freund
keine Freundin
kein Handy
keine Freunde
4de naamval
keinen Freund
(k)eine Freundin
kein Handy
keine Freunde
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
grammatica herhaling
Februari 2024
- Les met
10 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
eerste en vierde naamval
Januari 2024
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo
Leerjaar 3,4
eerste en vierde naamval zonder voorzetsels
December 2023
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Oefentoets taalverzorging mh1
Februari 2023
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
1e en 4e naamval
Juni 2022
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo
Leerjaar 2,4
1e en 4e naamval
Maart 2017
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo
Leerjaar 2,4
Kapitel 6 Essen VMBO B/K Stunde 4 Klasse 3
Juni 2022
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
eerste en vierde naamval klas 2
Maart 2023
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2