Bloed en Bloedsomloop 4BB BS 2+3

1 / 39
volgende
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Tekstslide

Al jouw bloedvaten samen zijn ongeveer ............ lang
A
10 km
B
100 km
C
1000 km
D
100.000 km

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoe vaak slaat je hart ongeveer per minuut?
A
100 keer
B
20 keer
C
70 keer
D
120 keer

Slide 6 - Quizvraag

Uit welke 2 onderdelen bestaat het BLOEDVATENSTELSEL?
A
Hart en Bloedvaten
B
alleen de Bloedvaten
C
alleen het Hart
D
Hart, Bloedvaten en Spieren

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video



Hart-longen-hart = kleine bloedsomloop

Slide 9 - Tekstslide



Hart-organen-hart = grote bloedsomloop

Slide 10 - Tekstslide

De GROTE bloedsomloop
gaat van
A
linkerharthelft - rest van het lichaam - rechterharthelft
B
rechterharthelft - de longen - linkerharthelft

Slide 11 - Quizvraag

In de LONGEN wordt ZUURSTOF opgenomen in het bloed.
Dit gebeurt in .......
A
De KLEINE bloedsomloop
B
De GROTE bloedsomloop

Slide 12 - Quizvraag

De CELLEN geven KOOLSTOFDIOXIDE (CO2) af aan het bloed.
Dit gebeurt in .......
A
De KLEINE bloedsomloop
B
De GROTE bloedsomloop

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Zuurstofarm
bloed is
A
BLAUW
B
ROOD

Slide 15 - Quizvraag

Zuurstofrijk
bloed is
A
BLAUW
B
ROOD

Slide 16 - Quizvraag

De Linkerhelft van het hart is
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 17 - Quizvraag

De Rechterhelft van het hart is
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Welk type bloedvat stroomt van het hart af?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 20 - Quizvraag

Welk type bloedvat stroomt naar het hart toe?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 21 - Quizvraag

Welk type bloedvat is het kleinst?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

In welke bloedvaten wordt zuurstof afgegeven aan de cellen?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 24 - Quizvraag

Welke bloedvaten hebben de dikste wand, omdat de bloeddruk daar het hoogst is?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Welke bloedvaten hebben kleppen zodat het bloed niet terug kan stromen?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 27 - Quizvraag

Welke bloedvaten liggen diep in het lichaam, zodat ze beschermd worden?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Hart 2 SLAGADERS:

Longslagader

Aorta

Slide 30 - Tekstslide

De ...... pompt zuurstofrijk bloed in de AORTA
A
rechter boezem
B
linker boezem
C
rechter kamer
D
linker kamer

Slide 31 - Quizvraag

De longslagader pompt ...........bloed naar............
A
zuurstofrijk hart
B
zuurstofrijk longen
C
zuurstofarm hart
D
zuurstofarm longen

Slide 32 - Quizvraag

De poortader
Een uitzondering:

Door de poortader stroomt bloed van de dunne darm naar de lever. Het bloed is zuurstofarm omdat er al zuurstof verbruikt is door de dunne darm. Het bloed is wel rijk aan voedingsstoffen. 

De lever kan voedingsstoffen tijdelijk opslaan. De lever heeft zelf ook zuurstof nodig. Dit krijgt de lever van de leverslagader. 

De leverader vervoert de afvalstoffen en koolstofdioxide terug richting het hart.

Slide 33 - Tekstslide

longslagader
1
aorta
2

Slide 34 - Tekstslide

Boezems trekken samen
  • Het bloed wordt van de boezems naar de kamers gepompt
  • De hartkleppen zijn open
  • De slagaderkleppen zijn dicht
open
open

Slide 35 - Tekstslide

Kamers trekken samen
  • Bloed wordt van de kamers in de longslagader en de aorta gepompt
  • De slagaderkleppen gaan open
  • De hartkleppen gaan dicht
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht

Slide 36 - Tekstslide

Hartpauze
  • De hartspier is ontspannen
  • De hartkleppen gaan open
  • De slagaderkleppen gaan dicht
  • bloed stroomt uit de holle ader en longader in de boezem

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

Hartinfarct 

Slide 39 - Tekstslide