periode 6 Armoede en werkloosheid

Waar denk je aan bij het woord
sociale problematiek?
1 / 37
volgende
Slide 1: Woordweb
ontwikkelingsfasenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Waar denk je aan bij het woord
sociale problematiek?

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkend voor sociale problematiek is:
1. Het gaat om een probleem dat maatschappelijk bepaald is.
2. Het is geen individueel probleem, maar de problematiek betreft kleine of grote groepen mensen in de maatschappij.
3. De problematiek is vaak – maar niet altijd – het gevolg van een achterstelling in de maatschappij.
4. Sociale problematiek kan niet gemakkelijk worden opgelost, de problematiek hangt immers samen met het functioneren van onze maatschappij.
5. Bij sociale problematiek is er een vergroot risico op allerlei – andere – problemen.
6. De sociale problematiek van de ouders is de sociale problematiek van het kind.

Slide 3 - Tekstslide

Sommige problemen hangen samen met de manier waarop onze samenleving functioneert. In Nederland krijg je bijvoorbeeld alleen een goed inkomen als je werkt. Maar soms is er te weinig werk om iedereen aan een baan te helpen. In dat geval zullen er mensen zonder werk zijn met armoede als gevolg.
In Nederland is het ook gewoon dat mensen trouwen en bij elkaar in één huis gaan wonen. Je kunt je afvragen of minder mensen gaan scheiden als ze niet samen in één huis gaan wonen. Misschien denk je nu: als onze maatschappij heel anders in elkaar zou zitten, dan zou er geen sociale problematiek zijn. Maar dat klopt niet. Er zouden zich dan andere sociale problemen voordoen.

Slide 4 - Tekstslide

Sociale problematiek is nooit het probleem van een enkeling of een individu. Omdat het probleem samenhangt met hoe de maatschappij functioneert, zijn meerdere mensen slachtoffer. Het kan gaan om grote groepen mensen, maar ook om kleine groepen. Het aantal mensen bij wie sprake is van sociale problematiek, is geen vast gegeven. Gaat het goed met de economie? Dan hebben meer mensen een baan, Maar er zijn ook tijden dat het slecht gaat met de economie. Dan worden er altijd weer veel mensen ontslagen.

Slide 5 - Tekstslide

Sociale problematiek is meestal het gevolg van een achterstelling in de maatschappij. Veel allochtonen ervaren bijvoorbeeld dat ze achtergesteld worden in vergelijking met autochtonen: ze hebben minder kans op een goede opleiding, op een goede baan, op goede huisvesting enzovoort. De achterstelling van allochtonen heeft deels te maken met discriminatie. Toch verklaart dat niet alles. Veel kinderen van allochtone ouders lopen al in hun schoolcarrière een achterstand op, vaak als gevolg van een taalachterstand. Hierdoor zullen ze eerder naar het vmbo gaan dan naar het vwo. Dan zullen ze later minder verdienen en in slechtere huizen in minder goede wijken wonen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Het is moeilijk sociale problematiek op te lossen. Dat komt omdat er oplossingen op maatschappelijk niveau nodig zijn. Je zou een bijstandsmoeder kunnen helpen door haar geld te geven. Daarmee los je haar probleem wel op, maar niet het probleem waar alle bijstandsmoeders last van hebben. Alleen hogere uitkeringen voor deze hele groep lossen het probleem van bijstandsmoeders op. Of, nog beter: beschikbaarheid van kinderopvang en hulp bij het vinden en krijgen van een baan. Problemen oplossen op dit niveau vraagt politieke acties. Niet jij als beroepskracht MZ beslist hoe hoog de uitkeringen zijn, maar de overheid.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

In principe kunnen allerlei problemen het gevolg zijn van sociale problematiek. Je kunt denken aan slechte schoolprestaties, werkloosheid, criminaliteit en verslaving. Vaak zie je bij sociale problematiek dat:
• het ene probleem het andere veroorzaakt (kettingreactie);
• het probleem steeds ernstiger en groter wordt;
• bijkomende negatieve effecten optreden, zoals een negatief zelfbeeld hebben, faalangst hebben en gepest worden.

Slide 10 - Tekstslide

De sociale problematiek van kinderen en jongeren komt in vrijwel alle gevallen voort uit de opvoeding en hangt nauw samen met de kenmerken van het gezin waarin het kind opgroeit. Zo vallen werkloosheid en armoede bijvoorbeeld onder sociale problematiek. Maar: het is niet het kind dat werkloos is, maar zijn vader of moeder. Het is niet het kind dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen, maar zijn vader of moeder. Toch is werkloosheid en armoede óók het probleem van het kind.

Slide 11 - Tekstslide

Tot slot nog dit: het is belangrijk om niet te vergeten dat allerlei factoren de ontwikkeling van mensen beïnvloeden. Een probleem staat nooit op zichzelf. De oorzaak van een probleem ligt bijna nooit alleen bij de omstandigheden in de maatschappij. Er is meestal een wisselwerking tussen de persoon (de cliënt) en de leefsituatie/maatschappij. Als je te maken krijgt met cliënten bij wie sprake is van probleemgedrag, ga dan op zoek naar al die verschillende oorzaken en achtergronden.

Slide 12 - Tekstslide

Veel mensen denken dat armoede hetzelfde is als gebrek aan geld. Maar armoede is veel meer. Wie arm is, voelt zich vaak minder waard en schaamt zich voor het ‘arm zijn’. Armoede gaat dus verder dan materiaal gebrek. 

Armoede gaat gepaard met zorgen. Mensen die moeten rondkomen van (te) weinig geld, liggen ’s nachts wakker, piekerend over hoe ze de eindjes aan elkaar kunnen knopen. Er is angst voor de deurwaarder, die zo maar op de stoep kan staan. Soms is er angst het huis uitgezet te worden als er een huurschuld is. Deze mensen voelen zich niet beschermd en geborgen, maar vooral bang en onzeker.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Duurt: 1:14

Slide 15 - Tekstslide

Mensen die arm zijn verbergen dat vaak. Soms ook willen ze dat hun kinderen er niet de dupe van zijn, waardoor ze té dure spullen voor hun kinderen kopen.
Mensen die arm zijn, steken zich regelmatig in de schulden. Het is lastig om van een bijstandsuitkering te moeten rondkomen, zeker als de situatie uitzichtloos is. Het komt voor dat armoede – soms noodgedwongen – tot een gebrekkige verzorging van kinderen leidt. Er is daarnaast geen geld voor ontspanning, vakantie of een schoolreisje en daarmee geen geld om ‘mee te doen’.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk vier oorzaken van armoede

Slide 18 - Open vraag

Bijvoorbeeld:
• werkloosheid;
• arbeidsongeschiktheid;
• echtscheiding;
• ziekte;
• verslaving;
• schulden maken.

Antwoord..
Vaak optelsom van factoren
• arbeidsongeschiktheid;
• echtscheiding;
• ziekte;
• verslaving;
• schulden maken.
• werkloosheid

Slide 19 - Tekstslide

In sommige gezinnen is er een traditie van armoede. Het leven op of onder de armoedegrens gaat van generatie op generatie over. Hieruit blijkt dat het moeilijk is zich aan armoede te ontworstelen. 

Slide 20 - Tekstslide

Soms zijn er meerdere oorzaken in het spel, dit kan de problematiek verergeren.

Armoede kan ook het gevolg zijn van een ‘leven op krediet’. In Nederland is het vrij gemakkelijk om geld te lenen en is het gemakkelijk dingen te kopen zonder ze direct te betalen. Mensen gaan gemakkelijk financiële verplichtingen aan, bijvoorbeeld telefoonabonnementen. Het gevolg kan zijn dat mensen niet meer alles kunnen afbetalen. 

Met sociale wetgeving wordt geprobeerd hulp te bieden aan mensen die in armoede leven. Voorbeelden zijn: uitkering, sociale woningbouw, huursubsidie, tegemoetkoming zorgkosten, hulp bij schuldsanering.


Hoe wordt er geprobeerd vanuit de overheid om mensen met armoede te helpen? Noem 2 voorbeelden

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord:
  • Uitkering
  • Sociale woningbouw
  • Huursubsidie
  • Tegemoetkoming zorg kosten
  • Hulp bij schuldsanering

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Armoede ontstaat zelden van vandaag op morgen. Vaak is het een optelsom en gaat het van kwaad tot erger. Kenmerkend voor gezinnen in financiële problemen is dat ze het ene gat vullen met het andere. Het geld bestemd voor de huur gebruiken ze om kleding van te kopen, en het geld bestemd voor de vakantie gebruiken ze dan weer om de huur van te betalen. Uiteindelijk loopt alles verkeerd en zit het gezin met een soms torenhoge schuld die ze niet meer kunnen betalen. Gezinnen kunnen uit deze neerwaartse spiraal komen met behulp van projecten voor schuldhulpverlening, die in veel gemeenten zijn opgezet.
Sommigen kiezen voor illegale oplossingen, ze gaan bijvoorbeeld zwart werken of klussen naast een bijstandsuitkering. Enkelen zoeken de oplossing in criminele activiteiten als (winkel)diefstal, inbraak en heling.
Mensen die in armoede leven komen vaak buiten de maatschappij te staan, zeker als de armoede langer duurt. Geld om actief deel te nemen aan de maatschappij is er niet. Er is geen geld voor een internetabonnement, en er is ook geen geld voor uitstapjes of voor een lidmaatschap van bijvoorbeeld een sportclub. Mensen komen daardoor los te staan van de maatschappij.

Slide 24 - Video

Duurt 2:20
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Werkloosheid kan het gevolg zijn van ontslag maar, maar er is ook een groep jongvolwassenen die nog nooit gewerkt heeft. Werkloosheid komt onder bepaalde groepen mensen meer voor dan onder andere. Een grotere kans op werkloosheid lopen: jongeren, ouderen, allochtonen, mensen met een beperking en laag opgeleiden. 

Slide 27 - Tekstslide

De meeste mensen vinden het geen pretje om werkloos te zijn. Werk zorgt niet alleen voor inkomen, maar ook voor structuur, een zinvolle dagbesteding, sociale contacten en status. Wie werkloos is, voelt zich al snel nutteloos en kan zijn gevoel voor eigenwaarde verliezen. Het teveel aan vrije tijd wordt vaak niet als positief beleefd, integendeel. Vrije tijd is eigenlijk pas vrije tijd, als er daarnaast andere verplichtingen zijn. Verveling is vaak het gevolg. In een gezin gaat werkloosheid alle gezinseden aan. Een achteruitgang in inkomen merken alle gezinsleden. Ook kan een rolverdeling in het gezin nodig zijn. Bijvoorbeeld, als de vader zijn baan verlies gaat de moeder (meer) werken. De vader doet het huishouden en hij zorgt voor de kinderen, die nu niet meer naar de bso (buitenschoolse opvang) hoeven te gaan. 
Wat kunnen oorzaken
van werkloosheid zijn?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Geen geld
  • Uitkering
  • Geen extra's
Gevolgen van werkloosheid
  • Minder contact
  • Eenzaam
  • Somber
  • Slecht gevoel over jezelf
  • Stress
Financiële gevolgen
Sociale gevolgen
Persoonlijke gevolgen

Slide 30 - Tekstslide

Er zijn ook factoren in de persoon zelf die de kans op werkloosheid vergroten. Denk aan: een gebrek aan scholing of iemands persoonlijke voorgeschiedenis. Ex-gedetineerden en ex-verslaafden komen bijvoorbeeld vaak alleen via speciale projecten aan een baan.

Slide 31 - Tekstslide

Langdurige werkloosheid kan allerlei problemen tot gevolg hebben, zoals depressiviteit, isolement en armoede. Als een vader plotseling werkloos wordt, betekent dit niet alleen dat hij zijn werk en inkomen mist. De werkloosheid kan tot een achteruitgang in inkomen leiden, wat ook de rest van het gezin aangaat. Er kunnen bijvoorbeeld geen kleren en speelgoed meer voor de kinderen worden gekocht.

Ook heeft de werkloosheid gevolgen voor de taak- en rolverdeling binnen het gezin. Als zijn vrouw werkt, moet hij misschien voor de kinderen gaan zorgen, omdat de kinderopvang te duur is geworden. Als zijn vrouw niet werkt, is er geen scheiding van levensterreinen meer: de man is opeens hele dagen thuis, loopt haar misschien voor de voeten. Werkloosheid vergroot de kans op echtscheiding.

Er bestaat daarnaast een risico dat de man zijn gevoelens van falen en onmacht gaat afreageren op zijn vrouw en kinderen. Huiselijk geweld kan het gevolg zijn. Zowel de partner als de kinderen kunnen slachtoffer zijn.

timer
4:00

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting..

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke groepen mensen komt werkloosheid vaker voor? Geef 2 voorbeelden

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

'Armoede gaat vaak van generatie op generatie over'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot volgende week!
Les 5: Analfabetisme en laaggeletterdheid

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies