momg lj4

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je weten over schoonmaken?
schoonmaakroute/routing
schoonmaak- /reinigingsniveau
schoonmaakfrequentie
schoonmaakmaterialen
vuil soorten


Slide 2 - Tekstslide

schoonmaakroute of routing
- van boven naar beneden
- van schoon naar vuil
- van buiten naar binnen
- van droog naar nat

Slide 3 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van je eigen kamer als je aan de schoonmaakroute "van boven naar beneden" denkt.
Wat doe je eerst en wat doe je als laatst?

Slide 4 - Open vraag

wat wordt er bedoeld met de routing "van droog naar nat"
A
eerst stofzuigen, dan moppen
B
eerst wassen, dan drogen
C
je begint bij het plafond en dan de vloer
D
je let op veiligheid en ergonomie

Slide 5 - Quizvraag

Welk reiningsniveau zie je hier?

Slide 6 - Open vraag

reiningsniveau
Ruwschoon: Alleen het ergste vuil wordt weggehaald (bijv. afval weggooien en vegen)
Huishoudelijk schoon: Op 1,5 meter mag geen vuil meer te zien zijn (bijv. klamvochtig reinigen en stofzuigen)
Smetschoon: Op 0,5 meter mag geen vuil meer te zien zijn (bijv. desinfecteren van een tandarts ruimte)

Slide 7 - Tekstslide

Er zijn 3 schoonmaakgroepen
1. Wassen = met veel water
2. Klamvochtig afnemen= met weinig water
3. Droog= zonder water

Slide 8 - Tekstslide

wassen
droog
klamvochtig afnemen
electrostatisch doekje
badkamerspray
moppen
stofzuigen
spons en lap

Slide 9 - Sleepvraag

schoonmaakfrequentie
1/5 : één dag per week schoonmaken
5/5: iedere dag schoonmaken
1/20: één keer per maand schoonmaken
1/240: één keer per jaar schoonmaken

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een goede schoonmaakfrequentie van het moppen van de vloer in dit lokaal?
A
1/5 (wekelijks)
B
5/5 (dagelijks)
C
1/20 (maandelijks)
D
1/240 (jaarlijks)

Slide 11 - Quizvraag

schoonmaakmaterialen en 
spons
microvezeldoek
stofdoek 
elektrostatisch doek
mop
dweil
bezem
stofzuiger
vloerwisser
schoonmaakmiddelen zijn
zeepbestanddelen

synthetische middelen (aardolie)
natuurlijke of ecologische middelen
(plantaardig)

Slide 12 - Tekstslide

Vuil soorten
 Ontkalken (kalk verwijderen). In water zit kalk, dit laat spoortjes achter, bijvoorbeeld op een kraan.

Ontvetten (vet verwijderen). Bijvoorbeeld in de keuken.
Desinfecteren (schoonmaken, gericht op het doden van bacteriën, het woord ontsmetten wordt hier ook voor gebruikt).  

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 67
Maak in Word een planning volgens  blz 57. 
Laat hiermee zien dat je alle begrippen van deze les begrijpt.
Doe dat op de volgende manier;
- Maak een tabel.
- Gebruik opsommingstekens.
- Zorg dat je verschillende tekstrichtingen gebruikt. (bijvoorbeeld van onder naar boven in een vak)
- Maak ook gebruik van vet gedrukt, cursief, onderstreping en kleur

Lever je planning in via Magister > elo > opdrachten

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide