1BL_ thema 3| bs. 1 Organismen ordenen

Wat wordt er van jullie verwacht?
Doe je jas uit 

Pak je spullen op tafel 

Je telefoon weg 

Ga rustig zitten 
timer
2:00
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat wordt er van jullie verwacht?
Doe je jas uit 

Pak je spullen op tafel 

Je telefoon weg 

Ga rustig zitten 
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Organismen ordenen

Slide 2 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
Start thema 3 Ordening
nieuwe theorie: 3.1 Organismen ordenen
zelf aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
3.1.1 Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
3.1.2 Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Slide 5 - Tekstslide

Inleiding
Biologen delen organismen in groepen in.
Dat doen ze om overzicht te krijgen.
Ze kijken naar de kenmerken van organismen.


Kijk maar eens goed naar de afbeelding op de volgende bladzijde.

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerk
Eigenschap waaraan je een organisme kunt onderscheiden van andere organismen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

3.1 Organismen ordenen
De kleur is een kenmerk van het dier. Ook het aantal poten en de huidsoort zijn kenmerken.

Als je organismen ordent, verdeel je ze in groepen.
In elke groep komen organismen met hetzelfde kenmerk.

Slide 9 - Tekstslide

3.1 Organismen ordenen
Biologen ordenen organismen in groepen. Deze groepen noemen ze rijken.

Je moet 4 rijken kennen:
- bacteriën
- schimmels
- planten
- dieren

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

3.1 Organismen ordenen
Bij het indelen letten biologen op de kenmerken van cellen. Die kenmerken zijn voor elke groep verschillend.

De kenmerken van de cellen waarnaar gekeken worden, zijn:
- celkern
- celwand
- bladgroenkorrels

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

geen celwand
geen bladgroenkorrels
geen celkern

Slide 14 - Tekstslide

3.1 Organismen ordenen

bacteriën:
- geen celkern
- wel een celwand

Slide 15 - Tekstslide

3.1 organismen ordenen
schimmels:
- wel een celkern
- wel een celwand
- geen bladgroenkorrels

Slide 16 - Tekstslide

3.1 organismen ordenen

planten:
- wel een celkern
- wel een celwand
- wel bladgroenkorrels

Slide 17 - Tekstslide

3.1 Organismen ordenen

dieren:
- wel een celkern
- geen celwand
- geen bladgroenkorrels

Slide 18 - Tekstslide

Noem de 4 rijken in de biologie.

Slide 19 - Open vraag

Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant

Slide 20 - Sleepvraag

Soorten
De groep dieren kun je verder indelen in kleinere groepen. Bijvoorbeeld insecten, vissen, vogels, enzovoort.

De kleinste groep heet een soort.
Een voorbeeld van een soort zijn honden.

Slide 21 - Tekstslide

Wanneer zijn organismen van dezelfde soort?

Organismen horen tot dezelfde soort:
1. Als ze zich samen kunnen voortplanten
2. En de nakomelingen vruchtbaar zijn

Daarom horen een labrador en een poedel tot dezelfde soort.

Slide 22 - Tekstslide

Zelfde soort?
In de afbeelding links zie je 2 honden: een labrador en een poedel. Deze honden kunnen zich met elkaar voortplanten.

Ze krijgen dan jonge hondjes.
Als die groot zijn, kunnen ze zich ook weer voortplanten.

Slide 23 - Tekstslide

Behoren een tijger en leeuw tot dezelfde soort?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Op welke kenmerken van cellen letten biologen?
A
celkern, vacuole, bladgroenkorrels
B
celwand, bladgroenkorrels, celplasma
C
celkern, celwand, bladgroenkorrels
D
bladgroenkorrels, cytoplasma, celwand

Slide 27 - Quizvraag

Wat klopt er NIET?
A
Dieren hebben geen celwand
B
Planten hebben bladgroenkorrels
C
Schimmels hebben geen bladgroenkorrels wel een celkern + wand
D
Bacteriën hebben wel een celkern

Slide 28 - Quizvraag

Wanneer is een dier vruchtbaar?
A
Als het dier veel fruit eet
B
Als het dier jongen kan krijgen
C
Als het dier heel oud kan worden
D
Als het dier een soort is

Slide 29 - Quizvraag

Wanneer behoren dieren tot dezelfde soort?
A
Als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
B
Als ze samen onvruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
C
Als ze er hetzelfde uitzien
D
Als ze er hetzelfde uitzien

Slide 30 - Quizvraag

VRAGEN??

Slide 31 - Tekstslide

Zelf aan de slag
3.1 Organismen ordenen:  
lees en maak opdr. 2 t/m 6
basis blz. 132
basis/kader blz. 153
timer
1:00

Slide 32 - Tekstslide