Een gemiddelde processor bestaat uit het volgende:
• Registers, met de volgende functies:
-Een "accumulator"; hier worden resultaten van berekeningen opgeslagen
-Een statusregister; hierin worden recent gemaakte bijwerkingen bijgehouden
-Een programmateller; hierin staat het adres van de instructie die uitgevoerd moet worden
• Een arithmetic logic unit (alu); hier worden berekeningen uigevoerd
• Logica om instructies te decoderen en de onderdelen aan te sturen
• Logica om onderbrekingen af te handelen.
Bij nieuwere modellen van processors zijn de registers variërend, zodat berekeningen niet in één speciaal register opgeslagen hoeven te worden.