Assertiviteit - welzijn

Assertiviteit
Welzijn lesweek 4
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Professionele CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Assertiviteit
Welzijn lesweek 4

Slide 1 - Tekstslide

LESDOELEN

1) Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat assertiviteit betekent.

2) Je kunt een voorbeeld geven van een assertieve reactie en hebt hiermee geoefend. 

3) Je kunt in je eigen woorden de verschillen noemen tussen een assertieve reactie, een sub assertieve reactie en agressieve reactie.

Slide 2 - Tekstslide

timer
1:00
assertiviteit

Slide 3 - Woordweb

Assertiviteit


Opkomen voor jezelf, ZONDER de ander te kwetsen.

Je zegt wat je wilt en vindt, maar laat de ander daarbij in z'n waarde.

Dus: je doet de ander niet tekort, maar jezelf ook niet.


Slide 4 - Tekstslide

Assertief zijn is...

- opkomen voor jezelf

- rekening houden met jezelf én met de ander

- je mening durven geven

- 'nee' durven zeggen

- je grenzen aangeven

- niet over je heen laten lopen 




Slide 5 - Tekstslide

Hoe spreek je iemand op een assertieve manier aan?
- kondig aan dat je iets gaat zeggen wat de ander mogelijk niet leuk vindt
- spreek voor jezelf (ik-boodschappen)
- haal er geen andere dingen of oude dingen bij 
- formuleer de kritiek indien mogelijk als een wens
vraag aan de ander hoe hij/zij dit ziet

Slide 6 - Tekstslide

Je staat in de rij bij de supermarkt en iemand dringt voor. Niet fijn, je hebt haast. Wat is een assertieve reactie?
A
Je baalt, maar zegt niks
B
Je wordt heel boos en begint te schreeuwen
C
Je zegt op een nette manier dat je eerder in de rij stond
D
Je begint met andere klanten te praten over dit asociale gedrag

Slide 7 - Quizvraag

Joost is je klasgenoot. Hij vraagt aan je of hij je stage opdracht over mag schrijven. Je wilt dit liever niet. Hoe ga je dit zeggen?

Slide 8 - Open vraag

Subassertief zijn is...

- je grenzen niet aangeven

- over je heen laten lopen

- niet zeggen wat je wilt of vindt

- doen wat anderen willen

- geremd en stil zijn

- bang zijn voor ruzie


Slide 9 - Tekstslide

Agressief zijn is...

- voor jezelf opkomen, ten koste van de ander

- tot een conflict komen

- ikke ikke ikke en de rest kan stikken (eigen belang)

- niet naar de ander luisteren

- de ander de schuld geven





Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

De vaste klant in het filmpje was..
A
subassertief
B
assertief
C
agressief

Slide 13 - Quizvraag

De verkoper in het filmpje was....
A
subassertief
B
assertief
C
agressief

Slide 14 - Quizvraag

Opdracht 'assertief reageren'


- 4 situaties

 - hoe reageer je assertief? Schrijf je reactie op.

- na 5 minuten klassikaal bespreken

timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Situaties:
1. Je merkt dat een collega over jou praat met anderen
2. Je merkt dat je collega bijna altijd te laat met zijn/haar dienst begint. Waardoor jij later klaar bent.
3. Je hoort een collega meerdere malen zeggen dat hij/zij iets heeft gedaan, terwijl jij degene was die het gedaan heeft
4. Je collega zegt wel erg vaak dat jij maar een stagiaire bent, ook tegen gasten

Slide 16 - Tekstslide


Als je assertief bent...
A
denk je aan jezelf en de ander
B
denk je alleen aan de ander
C
denk je alleen aan jezelf
D
geef je je grenzen NIET aan

Slide 17 - Quizvraag

Stelling 1 - bij agressiviteit ga je over de grens van de ander
Stelling 2 - bij subassertiviteit gaat de ander over jouw grens
A
Stelling 1 juist Stelling 2 onjuist
B
Stelling 1 onjuist Stelling 2 juist
C
Beide stellingen JUIST
D
Beide stellingen ONJUIST

Slide 18 - Quizvraag

Je leidinggevende vraagt of je wilt werken vanavond. Eigenlijk ben je super moe en zie je het niet zitten.
Wat is een subassertieve reactie?
A
je zegt dat het je helaas niet gaat lukken vanavond
B
je zegt 'haha, bekijk het maar!!'
C
je zegt ja, maar je meldt je de volgende dag 'ziek'
D
je gaat toch werken, want je bent bang dat hij anders boos wordt

Slide 19 - Quizvraag

Casus

Je loopt ruim een maand stage bij Thebe op de afdeling PG. Op maandag heb je altijd een avonddienst. Je merkt dat Melanie, je collega die altijd op maandag een ochtenddienst heeft, steeds een vol urinaal en een ongeleegde po-stoel laat staan in de kamer van Dhr P. Dit betekent dat jij dit iedere keer op moet ruimen. 
Je wilt dit tegen Melanie zeggen.

Rollenspel

Wat doe je hiermee als je....

  •  subassertief bent
  •  assertief bent
  •  agressief bent







Slide 20 - Tekstslide

Ben jij op dit moment een assertief, subassertief of agressief?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

Evaluatie
- Wie kan een samenvatting geven van de les?


Slide 23 - Tekstslide

Een heel fijn lang weekend!!


     
     

        
          
          
    
          
          
       

        16
       

       

       
         
           
              Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
           
         
       

       
       
         
           
              Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
           
         
       

       
         
           
              Differentiëer
           
         
         

           
             
                Differentiëer
             
             
               
                 
                   
                      Extra oefening
                   
                 
               
               
               
             
               
                 
                   
                      Extra uitdaging
                   
                 
               
               
               
             
             

             
                Instellingen
             
           
         
       


       
   
     
       
 
   
   
   
   
   
   

   
   

   
   
     
       
          Leerdoelen behaald??
       
     
   

   
   
     
        1) kun je uitleggen wat 'assertiviteit' betekent2) kun je een voorbeeld geven van assertief gedrag op school of stage3) ken je de verschillen tussen assertiviteit, sub-assertiviteit en agressie
     
   

   
  
 

 
 
 
     
   
   
   
     
       
       
       
         
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
       
     
   
 
       

       

       
   
   
     
     
   
 
     

     

     
   

Slide 24 - Tekstslide