Les 48 (23-05)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Cours du 23 mai

Programme

• Presentie
• Lesdoelen
• Huiswerkcontrole + nakijken:

      Paragraaf F

• Tâche
• Paragraaf G

      - prononciation du q et du g

      - parler de sa santé

      - au travail

• Devoirs

Lesdoelen

Na de les...

...kun je vertellen over je gezondheid.

...weet je hoe je de q en de g uitspreekt.

Huiswerkcontrole + nakijken

Open je boek op p. 30-33. Ik kom langs om je huiswerk te controleren. 

nakijken: p.30-33 en p.36-38

Tâche

Quele histoire!

Jullie gaan een stripverhaal afmaken. Je vindt het begin van deze strip op p.187. Dit is je begin en knip je uit. Plak dit op het A4 papier wat je van mij gekregen hebt. 

- kijk naar het eerste plaatje en probeer je eens voor te stellen wat er is gebeurd. Waarom 

  ligt de jongen in het ziekenhuis?

- Vul dan het tweede plaatje in van de strip en knip deze uit. Ook deze plak je op je A4. 

- Bedenk nu het vervolg van het verhaal in nog minimaal 4 andere tekeningen. 

- Wees origineel en creatief.

- Gebruik tenminste 1 ontkenning en stel minimaal 2 vragen.

- Gebruik de zinnen uit dit hoofdstuk (of voorgaande hoofdstukken, GEEN Google 

  Translate)

Phrases Clés G - 'qu' en 'g'

Open je boek op p. 34

We beginnen deze paragraaf met een uitspraak oefening. Lees mee met het gele blokje. 

De 'qu' spreek je uit als een 'k' klank. De 'u' neem je dus NIET mee in je uitspraak.

De 'g' kun je op twee manieren uitspreken: als 'zj' klank voor een i, e en y en als een 'g' in het Nederlandse woord 'goal'. 

Maak nu ex. 27b: hoe worden de klanken uitgesproken?

Phrases Clés G -parler de sa santé

Open je boek op p. 34

Lees nu mee met de zinnen uit het blauwe blokje 'parler de sa santé'.

Na elke zin, zeggen jullie de zinnen hard op na. Dit doen we voor de uitspraak. Luister dus goed.

Phrases Clés G -au travail

Kijk eens mee naar het plaatje.

Jullie gaan praten over de levenstijl 

van deze jongeren. Welke vragen zou 

je kunnen stellen? Kijk mee in het 

blauwe blokje. 

• Tu fais du sport?
• Qu'est-ce que tu fais comme sport?
• Est-ce que tu manges bien?
• Tu te couches à quelle heure?

Au travail!

Jullie gaan nu zelf een verhaaltje schrijven over jullie eigen levensstijl. Schrijf dit op papier en bereid het voor, want naast dat jullie dit papiertje bij mij gaan inleveren, ga je eerst nog in gesprek over jouw levensstijl met je klasgenoot. 

- Begin met jezelf voorstellen (naam, leeftijd en waar je woont).

- Vertel of jij in goede gezondheid verkeerd. 

- Vertel of jij aan sport doet.

- Zo ja, wat voor sport en hoeveel train jij per week?

- Vertel wat jij eet en drinkt (noem twee dingen wat je eet, twee dingen wat je drinkt).

- Vertel hoe laat jij op bed gaat (je me couche à .....).

Jullie hebben 10 minuten de tijd om het voor te bereiden. Daarna gaan we 5 minuten hierover praten. Vervolgens lever je jouw uitgeschreven verhaaltje in bij mij. 

Les devoirs

Leer vocabulaire E en F. ook de zinnen (phrases Clés G).

Maak:

- ex. 29 op papier.