MM3Du3 - Modalverben - 09.05.2023

Herzlich Willkommen!!
Was machen wir heute?

  • Kapitel 6 - Wörterliste A + B  
  • Grammatik - Modalverben
  • Kijk- en luistervaardigheid
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!!
Was machen wir heute?

  • Kapitel 6 - Wörterliste A + B  
  • Grammatik - Modalverben
  • Kijk- en luistervaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Wörterliste A + B

Arbeitsbuch - Seite 78 

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Modalverben
Dienstag, den 9.5.2023
MM3Du3

Slide 3 - Tekstslide

Betekenis werkwoorden
Deutsch
Nederlands
dürfen
mogen
können
kunnen
mögen
houden van, lusten

Slide 4 - Tekstslide

können = kunnen
ich
wir
du
ihr
er/sie/es
sie/Sie

Slide 5 - Tekstslide

dürfen = mogen
ich
wir
du
ihr
er/sie/es
sie/Sie

Slide 6 - Tekstslide

mögen = houden van, lusten
ich
wir
du
ihr
er/sie/es
sie/Sie

Slide 7 - Tekstslide

Aufgabe 1

Gebruik je aantekening om de volgende zinsdelen te vertalen. 

Slide 8 - Tekstslide

1. ik lust
A
ich mag
B
ich mög
C
ich kann
D
ich darf

Slide 9 - Quizvraag

2. wij mogen
A
wir dürfen
B
wir können
C
wir mögen
D
wir durven

Slide 10 - Quizvraag

3. jullie kunnen
A
ihr dürft
B
ihr könnt
C
ihr mögt
D
ihr kannt

Slide 11 - Quizvraag

4. hij houdt van
A
er darft
B
er magt
C
er mag
D
er darf

Slide 12 - Quizvraag

Aufgabe 2

Vertaal de woorden die tussen haakjes staan.

Slide 13 - Tekstslide

5. (Er darf) drei Sportarten treiben.

Slide 14 - Open vraag

6. (Wir mögen) Fußball.

Slide 15 - Open vraag

7. (Ich mag) meine Freundin.

Slide 16 - Open vraag

8. (Darfst du) mit in die Disko?

Slide 17 - Open vraag

Aufgabe 3

Kies de juiste werkwoordsvorm.
Denk aan de betekenis EN aan de vorm.

Slide 18 - Tekstslide

9. Ihr ___ gut Ski fahren.
A
darfst
B
dürfen
C
könnt
D
mag

Slide 19 - Quizvraag

10. Mehmed ___ Pommes frites mit Mayo.
A
darfst
B
dürfen
C
könnt
D
mag

Slide 20 - Quizvraag

11. Mit 14 Jahren ___ du noch nicht Auto fahren.
A
darfst
B
dürfen
C
könnt
D
mag

Slide 21 - Quizvraag

12. Wir ___ den ganzen Tag ins Schwimmbad.
A
darfst
B
dürfen
C
könnt
D
mag

Slide 22 - Quizvraag

Modalverben

  • Stencil Aufgabe 6
  • Stencil Aufgabe 7

Slide 23 - Tekstslide

Kijk- en luistervaardigheid

  • Aufgabe 20 (S.66)

Slide 24 - Tekstslide