Spreekvaardigheid Pitch 5

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom 3Vb

Wat heb je nodig?

Lesboek en lijntjesschrift, Nederlands leesboek, schrijfgerei, (opgeladen) laptop met oplader

Tijd om te lezen

Of ga verder met het voorbereiden van je (oefen)pitch

Wat gaan we vandaag doen?

Lezen of Voorbereiden

Enquête

Werken aan de pitch:

- Voorbereiding

- Briefje met steekwoorden

Tijd voor de enquête!

Stap 1 - mijnles.nu/

Stap 2 - Q9C5904

Werken aan de pitch

Vanmiddag komt inlevermap op Classroom.

Lever hier 1 document in met je voorbereiding:

- Naam boek en auteur

- Voorbereiding (uitgeschreven of structuur)

- Briefje met 10 steekwoorden

Huiswerk Spreekvaardigheid

Maandag 3 maart 23:59:

Inleveren voorbereiding op Classroom

Week van 3 maart:

Uitvoering boekenpitches (willekeurig)

Opdrachtomschrijving

1. Kies een boek dat je recent hebt gelezen voor Nederlands.

2. Bereid een pitch van 2-4 minuten voor waarin je het volgende verwerkt:

○ Een pakkende introductie (citaat, vraag of cliffhanger).

○ Een korte samenvatting van het verhaal zonder spoilers.

○ Een analyse van de belangrijkste thema's, personages en schrijfstijl.

○ Jouw persoonlijke mening en waarom (of waarom niet) anderen dit boek zouden moeten lezen.

3. Sluit af met een overtuigende conclusie en eventueel een vraag aan het publiek.

Werken aan de oefenpitch

1. Schrijf een korte samenvatting (max. 100 woorden) van het boek dat je als laatst hebt uitgelezen. Geef geen spoilers, maar bespreek wel hoofdpersonen, setting en thema kort.
2. Bedenk een pakkende openingszin als aandachtstrekker. (citaat, vraag, cliffhanger)
3. Noteer drie argumenten waarom dit boek de moeite (niet) waard is. Zorg dat je argumenten aansluiten bij het publiek (je klasgenoten).
4. Voeg iets creatiefs toe. Hoe maak je het interessant? Storytelling, humor of verrassend ...?
5. Oefen je presentatievaardigheden. Presenteer je mini-pitch (1-2 minuten) in viertallen. Let op: je geeft elkaar feedback op: duidelijkheid en overtuigingskracht, presentatiestijl (oogcontact, stemgebruik, enthousiasme) en creativiteit & originaliteit.
6. Reflecteer wat er goed ging in je pitch. Waar kan je nog aan werken? Welke feedback neem je straks mee naar de echte pitch?