•
Woordenschat: gebruik je mooie en verschillende woorden, of steeds dezelfde, simpele woorden?
• Vloeiendheid: spreek je gemakkelijk en vloeiend, of moet je veel nadenken over wat je gaat zeggen?
• Grammatica: is je Engels correct of maak je regelmatig grammaticale fouten?
• Uitspraak: klinkt je uitspraak authentiek Brits/Amerikaans, of klink je Nederlands?
• Presentatiestijl: kijk je in de camera en komt jouw boodschap over, of ben je in jezelf gekeerd en is de informatie warrig?