Getallen en breuken

Pak je Ipad en aantekeningenschrift en log in op LessonUp.com

1 / 35

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Getallen en breuken

Pak je Ipad en aantekeningenschrift en log in op LessonUp.com

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kan getallen op een getallenlijn plaatsen
Je kent het groter en kleiner dan teken
Je kan sommen mbv de rekenvolgorde oplossen
Je kan (samengestelde) breuken bij elkaar optellen

Slide 2 - Tekstslide

95 ... 12

Slide 3 - Quizvraag

9,2 ... 10,7

Slide 4 - Quizvraag

1,56 ... 1,6

Slide 5 - Quizvraag

Rekenvolgorde

Wat tussen de haakjes staat
Vermenigvuldigen en delen (van links naar rechts)
Optellen en aftrekken (van links naar rechts)

Slide 6 - Tekstslide

Rekenvolgorde

9 + (3 + 6)

3 =

Slide 7 - Tekstslide

Rekenvolgorde

9 + (3 + 6)

3 =

9 + 9

3 =

Slide 8 - Tekstslide

Rekenvolgorde

9 + (3 + 6)

3 =

9 + 9

3 =

9 + 3 = 12

Slide 9 - Tekstslide

Rekenvolgorde

9 + (3 + 6)

3 =

9 + 9

3 =

9 + 3 = 12

7 - 3 \cdot (8 - 6) =

Slide 10 - Tekstslide

9 : 3 \cdot 3 = 1

Waar

Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Rekenvolgorde

Wat tussen de haakjes staat
Vermenigvuldigen en delen (van links naar rechts)
Optellen en aftrekken (van links naar rechts)

Slide 12 - Tekstslide

Rekenvolgorde

9 : 3 \cdot 3 =

Slide 13 - Tekstslide

(1 + 4) \cdot 4 - 1 =

Slide 14 - Open vraag

Rekenvolgorde

(1 + 4) \cdot 4 - 1 =

Slide 15 - Tekstslide

(3 \cdot 4) \cdot (17 - 8) =

Slide 16 - Open vraag

Rekenvolgorde

(3 \cdot 4) \cdot (17 - 8) =

Slide 17 - Tekstslide

Breuken optellen

Slide 18 - Tekstslide

Breuken optellen

Als je breuken bij elkaar optelt of van elkaar aftrekt maak je ze eerst gelijknamig. Dit betekent dat je de noemers gelijk maakt.

\frac{​ 1 1 ​ ​}{​ 3 2 ​}

Slide 19 - Tekstslide

Breuken optellen

Slide 20 - Tekstslide

Breuken optellen

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

Slide 21 - Tekstslide

Breuken optellen

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 2 ​} + \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 2 ​} =

Slide 22 - Tekstslide

Breuken optellen

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 2 ​} + \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 2 ​} = \frac{​ 1 3 ​ ​}{​ 1 2 ​}

Slide 23 - Tekstslide

Breuken optellen

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 2 ​} + \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 2 ​} = \frac{​ 1 3 ​ ​}{​ 1 2 ​} = 1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​}

Slide 24 - Tekstslide

Breuken optellen

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 2 ​} + \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 2 ​} = \frac{​ 1 3 ​ ​}{​ 1 2 ​} = 1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 7 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} =

Slide 25 - Tekstslide

Samengestelde breuken

Een samengestelde breuk bestaat uit een geheel getal en een breuk

7 \frac{​ 1 1 ​ ​}{​ 3 2 ​}

18 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

1 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​}

11 \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 ​}

Slide 26 - Tekstslide

Samengestelde breuken

5 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + 2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

Slide 27 - Tekstslide

Samengestelde breuken

5 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + 2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

7 + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

Slide 28 - Tekstslide

Samengestelde breuken

5 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + 2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

7 + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

7 + \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 5 ​} + \frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 1 5 ​} =

Slide 29 - Tekstslide

Samengestelde breuken

5 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + 2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

7 + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

7 + \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 5 ​} + \frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 1 5 ​} =

7 \frac{​ 1 9 ​ ​}{​ 1 5 ​}

Slide 30 - Tekstslide

Samengestelde breuken

5 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + 2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

7 + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

7 + \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 5 ​} + \frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 1 5 ​} =

7 \frac{​ 1 9 ​ ​}{​ 1 5 ​} = 8 \frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 5 ​}

Slide 31 - Tekstslide

Samengestelde breuken

5 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + 2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

7 + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

7 + \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 5 ​} + \frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 1 5 ​} =

7 \frac{​ 1 9 ​ ​}{​ 1 5 ​} = 8 \frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 5 ​}

1 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​} + 4 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 32 - Tekstslide

8 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} + 6 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

Slide 33 - Open vraag

Samengestelde breuken

8 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} + 6 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

Slide 34 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kan getallen op een getallenlijn plaatsen
Je kent het groter en kleiner dan teken
Je kan sommen mbv de rekenvolgorde oplossen
Je kan (samengestelde) breuken bij elkaar optellen

Slide 35 - Tekstslide

Getallen en breuken

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Getallen en breuken 1

Getallen en breuken

Negatieve getallen

Negatieve getallen

Herhalen hoofdstuk 2 (1H)

Herhalen hoofdstuk 2 1F

Negatieve getallen

Negatieve getallen