16-09 3TH

Thursday
September the 16th
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thursday
September the 16th

Slide 1 - Tekstslide

Today
  • Repeat grammar
  • Repeat vocab
  • Repeat phrases
  • Work by yourself 

Slide 2 - Tekstslide

Repeat grammar

Slide 3 - Tekstslide

Some / Any
  • Some / any = 'een beetje' of 'wat' 

  • Choose from:
    - some, somewhere, something, someone/somebody
    - any, anywhere, anything, anyone/anybody 
    ** Let op: anybody en anyone betekenen precies hetzelfde. Dit geldt ook voor somebody en someone.

Slide 4 - Tekstslide

When do you use some/any?
Some
Any
- Some (een beetje/wat), somewhere (ergens), something (iets), someone/somebody (iemand)
- Any (een beetje/wat), anywhere (ergens), anything (iets), anyone/anybody (iemand)
- Bevestigende zinnen 
- Vraagzinnen ('ja' als antwoord)
- Ontkennende zinnen
- Vraagzinnen (alle andere)
- I think there's something wrong with this machine
- Can you give me some of that fabric?
- I can't hear anything. This machine is too loud!

- Has anyone sent out that order yet?

Slide 5 - Tekstslide

Vraagzin (ja als antwoord)
Ontkennende zinnen
Vraagzinnen (alle andere)
Bevestigende zinnen
Any
Some
Any
Some

Slide 6 - Sleepvraag

Can I have _________ water, please?
A
some
B
any

Slide 7 - Quizvraag

I can't find _____________ to come with me.
A
someone
B
anyone

Slide 8 - Quizvraag

I would like to go _________ this summer.
A
somewhere
B
anywhere

Slide 9 - Quizvraag

Isn't there _________ to eat?
A
something
B
anything

Slide 10 - Quizvraag

Why are you wearing your coat? Are you going ________ ?

Slide 11 - Open vraag

He doesn't know _________ about football.

Slide 12 - Open vraag

Have you seen my keys _________ ?

Slide 13 - Open vraag

I need ________ help!

Slide 14 - Open vraag

Much - Many
Much
Veel
Ontelbaar
We have so much money.
They take much time.
Many
Veel
Telbaar
Anne has many visitors.
Jeremy wants many children.

Slide 15 - Tekstslide

Little - Few
Little
Weinig
Ontelbaar
We have so little money.
They take little time.
Few
Weinig
Telbaar
Anne has few visitors.
Jeremy wants few children.


Slide 16 - Tekstslide

Meervoud telbaar
Meervoud ontelbaar
Enkelvoud telbaar
Enkelvoud ontelbaar
Little
Many
Much
Few

Slide 17 - Sleepvraag

(veel) ........ fun
A
Much
B
Many
C
Little
D
Few

Slide 18 - Quizvraag

(Weinig) ........... bottles
A
Much
B
Many
C
Little
D
Few

Slide 19 - Quizvraag

(Veel) ........ friends
A
Much
B
Many
C
Little
D
Few

Slide 20 - Quizvraag

(weinig) ........ work
A
Much
B
Many
C
Little
D
Few

Slide 21 - Quizvraag

(weinig) ............ teachers

Slide 22 - Open vraag

(Veel) ........... onions

Slide 23 - Open vraag

Ik snap deze grammatica
Ja
Nee

Slide 24 - Poll

V
O
C
A
B
L
E
S
S
O
N

1

Slide 25 - Tekstslide

During
A
Eten
B
In korte tijd
C
Tijdens
D
Achteraf

Slide 26 - Quizvraag

Event
A
Moment
B
Doen
C
Gebeurtenis
D
Werken

Slide 27 - Quizvraag

Brief
A
Brief
B
Kort
C
Helpen
D
Werken

Slide 28 - Quizvraag

Include (to)
A
Opnemen
B
Meenemen
C
Toevoegen
D
Aanmaken

Slide 29 - Quizvraag

Sinds
A
Sins
B
Sinse
C
Sinc
D
Since

Slide 30 - Quizvraag

Modeontwerper
A
Desiner
B
Designer
C
Desiger
D
Dezigner

Slide 31 - Quizvraag

Rekenmachine
A
Kalkulator
B
Calcalator
C
Calkulator
D
Calculator

Slide 32 - Quizvraag

Horizontaal
A
Horizontol
B
Horizontal
C
Horyzontol
D
Horyzontal

Slide 33 - Quizvraag

Introduceren

Slide 34 - Open vraag

Tijdlijn

Slide 35 - Open vraag

Eeuw

Slide 36 - Open vraag

Phrases

Slide 37 - Tekstslide

him. - is - Little - about - known

Slide 38 - Open vraag

can - it. - were - people - I - happy - imagine - with

Slide 39 - Open vraag

so - were- filled - room. - a - that - they- They - large - whole

Slide 40 - Open vraag

Work by yourself
Finish: ex. 10 - 20
Finished?
Green: Get ahead ex. 21 
Orange or red: 
Vocab: Practise more 1 -3
Grammar: Practise more 1-5
Phrases: Practise more 1-2

Slide 41 - Tekstslide