1) Ik weet wat een stroboscooplamp is en waar deze voor wordt gebruikt. 2) Ik kan vanuit een stroboscopische foto berekenen hoelang een beweging heeft geduurd. 3) Ik kan uit een stroboscopische foto afleiden wat de snelheid van het voorwerp is.
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Leerdoelen par 5.1 (deel 1)
1) Ik weet wat een stroboscooplamp is en waar deze voor wordt gebruikt. 2) Ik kan vanuit een stroboscopische foto berekenen hoelang een beweging heeft geduurd. 3) Ik kan uit een stroboscopische foto afleiden wat de snelheid van het voorwerp is.
Slide 1 - Tekstslide
Opgave 1
Kijk naar de foto en beantwoord voor jezelf:
1) hoe vaak is er geflitst?
2) hoeveel tussenruimtes zijn er?
3) Waar beweegt de skateboarder het snelst?
Snelheid
Hier beweegt de skateboarder het langzaamst.
Snelheid
Hier beweegt de skateboarder het snelst.
Aantal flitsen?
De skateboarder is 7x gefotografeerd. Die persoon links is iemand anders.
Slide 2 - Tekstslide
De tijd tussen 2 beelden is 0,15 s. Hoeveel tijd zit tussen het 1e en laatste beeldje?
A
1,2 s
B
1 s
C
0,9 s
D
1,05 s
Slide 3 - Quizvraag
De tijd tussen het eerste en laatste beeldje is 0,6 s. Hoeveel tijd zit tussen twee beeldjes?
A
0,1 s
B
1 s
C
0,6 s
D
1,05 s
Slide 4 - Quizvraag
De tijd tussen twee flitsen is 0,05 s. Hoe lang duurt de beweging?
A
0,30 s
B
0,25 s
C
0,35 s
D
0,20 s
Slide 5 - Quizvraag
De beweging duurt 0,35 s. Hoeveel tijd zit er tussen 2 flitsen?
A
2,8 s
B
0,04 s
C
0,05 s
Slide 6 - Quizvraag
De tijd tussen 2 opnames is 0,05 s Hoe lang rolt de bal?
A
0,05 s
B
0,35 s
C
0,4 s
D
0,45 s
Slide 7 - Quizvraag
Waar rolt de bal het snelst?
A
Aan het begin
B
Halverwege
C
Aan het einde
D
De bal rolt overal even snel
Slide 8 - Quizvraag
Waar beweegt het badeendje het langzaamst?
A
Toen hij beneden was
B
Halverwege
C
Toen hij boven was
D
Hij bewoog steeds even snel
Slide 9 - Quizvraag
De tijd tussen 2 flitsen is 0,08 s. Hoelang duurt de beweging?
A
0,96 s
B
0,80 s
C
0,88 s
D
0,08 s
Slide 10 - Quizvraag
Waar beweegt het eendje het snelst?
A
onderaan
B
bovenaan
C
halverwege
D
overal even snel
Slide 11 - Quizvraag
Tijd tussen 2 flitsen: 0,25 sec Hoelang duurt de beweging?
Slide 12 - Open vraag
Leerdoelen par 5.1 (deel 1)
1) Ik weet wat een stroboscooplamp is en waar deze voor wordt gebruikt. 2) Ik kan vanuit een stroboscopische foto berekenen hoelang een beweging heeft geduurd. 3) Ik kan uit een stroboscopische foto afleiden wat de snelheid van het voorwerp is.