PTA 3 Water => Oefenvragen

PTA 3 Water => Oefenvragen
TL
Heel veel succes!

  • Er zijn in totaal 39 vragen 
  • Als je op een afbeelding klikt krijg je een vergroting.

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PTA 3 Water => Oefenvragen
TL
Heel veel succes!

  • Er zijn in totaal 39 vragen 
  • Als je op een afbeelding klikt krijg je een vergroting.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het water op aarde bestaat uit zoet en zout water. Hoeveel procent is zoet?
A
25 %
B
15 %
C
2,5 %
D
1,5 %

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee onderdelen van de waterkringloop behoren tot de KORTE waterkringloop
A
Afstroming en condensatie
B
Afstroming en infiltratie
C
Condensatie en verdamping
D
Verdamping en infiltratie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De overheid stimuleert burgers tot duurzaam gebruik van water.

Welke maatregel draagt bij aan duurzaam watergebruik?
A
De tuin betegelen
B
Leidingwater gebruiken om de planten water te geven
C
Opgevangen regenwater gebruiken om planten water te geven
D
Regenwater afvoeren via de riolering

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot 1990 steeg de totale productie van drinkwater in Nederland. Vanaf 1990 daalde de productie van drinkwater in Nederland weer.

Wat is de reden voor deze daling vanaf 1990?
A
De landbouw ging ontzilt zeewater gebruiken
B
De welvaart in Nederland nam af
C
Het aantal inwoners van Nederland daalde.
D
Het gebruik van drinkwater door huishoudens werd duurzamer

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een waterkringloop onderscheiden we:
1. condensatie
2. infiltratie
3. neerslag
4. ondergrondse afstroming
5. verdamping

Welke stappen vinden achtereenvolgens plaats in de waterkringloop als je begint bij oceanen en zeeën?
A
1 - 3 - 4 - 2 - 5
B
1 - 5 - 3 - 4 - 2
C
5 - 4 - 1 - 3 - 2
D
5 - 1 - 3 - 2 - 4

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland maken we drinkwater uit grondwater en oppervlaktewater.

Welk voordeel heeft de productie van drinkwater uit oppervlaktewater ten opzichte van productie van drinkwater uit grondwater?
A
De productie van drinkwater uit oppervlaktewater is goedkoper dan de productie van drinkwater uit grondwater.
B
De winning van oppervlaktewater leidt minder snel tot verdroging van de bodem dan de winning van grondwater.
C
Oppervlaktewater is minder verontreinigd dan grondwater.
D
Het water afkomstig van de productie uit oppervlaktewater is een stuk lekkerder dan van grondwater.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het diagram zie je het watergebruik van Nederlanders per persoon per dag. Achter een aantal kleuren in de legenda is het watergebruik vervangen door de letters P, Q en R.

Waar staat het juiste watergebruik bij de letters uit de legenda van het diagram?
A
P= douche Q = wastafel R= wasmachine
B
P = douche Q = wasmachine R = wastafel
C
P = wasmachine Q = wastafel R = douche
D
P = wastafel Q = douche R = wasmachine

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De letter X op de kaart staat in de bovenloop van de rivier?

Goed of fout
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard
Kribben
Komgronden
Oeverwal

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke maatregel zie je hier?
A
Uiterwaardvergraving
B
Kribverlaging
C
Zomerbedverlaging
D
Obstakelverwijdering

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke maatregel zie je hier?
A
Uiterwaardvergraving
B
Kribverlaging
C
Dijkverlegging
D
Nevengeul/ Hoogwatergeul

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de bron zie je de gemiddelde afvoer van water in de Rijn en de Maas in kubieke meter per seconde.
Leg uit waarom er minder water in de zomer wordt afgevoerd?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Door wie wordt het waterbeheer in Nederland uitgevoerd?
A
De gemeente
B
De Provincie
C
Rijkswaterstaat
D
Waterschappen & Rijkswaterstaat

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zorgen voor een juiste waterkwantiteit betekent:
A
(te) veel water
B
Schoon water
C
niet teveel en niet te weinig water
D
(te) weinig water

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt het met het water van een rioolwaterzuiveringsinstallatie?
A
Hier wordt drinkwater van gemaakt
B
Het water wordt geloosd op het oppervlaktewater
C
Het wordt gebruikt als koelwater
D
Het wordt gebruikt als proceswater

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Behoort het gebied in de bron tot hoog- of laag-Nederland
A
Hoog Nederland
B
Laag Nederland

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de bron. Wat voor soort water vind je bij de cijfers 1 tm 3?
A
1= zout water 2= zoet water 3= brak water
B
1 = zoet water 2= zout water 3= brak water
C
1= brak water 2= zoet water 3= zout water
D
1= zoet water 2= brak water 3= zout water

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zien we hier?
A
Een zandeiland
B
Een polder
C
Relatieve zeespiegelstijging
D
De zandmotor

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de kaart is te zien dat er in het midden van Nederland een groot gebied ligt waar eens in de tien jaar een vochttekort is van meer dan 150 millimeter. In dit gebied liggen vooral zandgronden.
Geef een natuurlijke oorzaak waarom juist deze zandgronden sneller een vochttekort hebben.
Klik om te vergroten

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm van irrigatie zie je op de foto?
A
Beregening
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie
D
Kanaalirrigatie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm van irrigatie zie je op de foto?
A
Beregening
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie
D
Kanaalirrigatie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Niet overal is het even gemakkelijk om drinkwater te maken van oppervlaktewater.

Waar is het moeilijker om van oppervlaktewater drinkwater te maken? Chongqing of Shanghai?
Leg je keuze uit.
Klik op de afbeelding om te vergroten.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In gebied B worden via de rivieren meer goederen getransporteerd dan in gebied A.

Wat is hiervan de belangrijkste oorzaak?
Klik op de afbeelding om te vergroten.
A
In gebied A liggen minder grote steden en daardoor wordt er minder gehandeld dan in gebied B
B
In gebied A is er in sommige delen van het jaar te weinig water in de rivieren. Dat geldt niet voor gebied B.
C
In gebied B is er minder reliëf waardoor vervoer over water gemakkelijker is dan in gebied A.
D
In gebied B stroomt het water langzamer waardoor de rivieren beter bevaarbaar zijn dan in gebied A

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het zuiden van China komen door hevige regenval steeds meer overstromingen voor. Door ontbossing in het stroomgebied van de rivieren kunnen de overstromingen toenemen.
Noem een oorzaak waardoor ontbossing in het stroomgebied van een rivier kan leiden tot meer overstromingen?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke plaats is het minste water per persoon beschikbaar en wat is daarvoor de juiste verklaring?
Klik op de afbeelding om te vergroten.
A
In plaats A is het minste water per persoon beschikbaar, doordat hier veel irrigatielandbouw is.
B
In plaats A is het minste water per persoon beschikbaar, doordat hier weinig neerslag valt.
C
In plaats B is het minste water per persoon beschikbaar, doordat hier veel grote steden liggen.
D
In plaats B is het minste water per persoon beschikbaar, doordat hier veel water verdampt.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Harranvlakte is een van de heetste plekken van Turkije. Daarom is er veel irrigatiewater nodig om hier katoen te verbouwen.
Noem een nadelig gevolg van de irrigatie in dit gebied.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In veel gebieden is een tekort aan zoet water. Om aan zoet water te komen ontzilten ze het zoute water en halen ze water uit aquifers. Op welke manier kunnen deze droge gebieden nog meer aan water komen?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de kaart staan de Eufraat en de Tigris.

Wat is juist?
A
De X staat in de benedenloop van de Eufraat en de Tigris
B
De X staat in de bovenloop van de Eufraat en deTigris
C
De X staat in de middenloop van de Eufraat en de Tigris
D
De X staat op de waterscheiding van de Eufraat en de Tigris

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de grafiek is de beschikbare hoeveelheid water in miljoenen m3 per jaar per land af te lezen.

Welke uitspraak is juist?

De beschikbare hoeveelheid water is in de periode 1990-2005
A
Toegenomen voor Irak en afgenomen voor Syrië
B
Toegenomen voor Syrië en afgenomen voor Irak
C
Toegenomen voor Syrië en afgenomen voor Turkije
D
Toegenomen voor Turkije en afgenomen voor Syrië

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de foto is een stuwdam te zien. De bouw van stuwdammen zorgt voor een voorraad water die gebruikt kan worden voor huishoudens, de landbouw en de industrie.
Geef nog een belangrijke reden waarom stuwdammen gebouwd worden.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kan het bouwen van stuwdammen in de Nijl soms tot ruzie over het water tussen landen leiden?
A
De aanleg van stuwdammen is duur waardoor de belastingen omhoog moeten.
B
De aanleg van stuwdammen vraagt veel ruimte waardoor veel mensen moeten verhuizen. Verzet is groot.
C
Het land stroomafwaarts krijgt minder water van de rivier.
D
Het milieu in het rivierdal wordt door de aanleg van het stuwmeer ernstig aangetast.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je op de foto?
A
Aquifer
B
Wadi
C
Fatamorgana
D
Oase

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast zie je de Drieklovendam in de Yangtze-rivier (China).
Sleep de groene vinkjes naar de goede antwoorden:
De aanleg van de Drieklovendam heeft voor- en nadelen. 
Door de bouw van deze dam is het waterpeil stroomopwaarts / stroomafwaarts van de Drieklovendam flink gestegen. 
Het stuwmeer ligt ten oosten / ten westen  van de Drieklovendam.
Het water in het stuwmeer wordt ook gebruikt voor irrigatie.
De steden die stroomopwaarts / stroomafwaarts  liggen, krijgen hierdoor te maken met een verlaging van de waterstand.

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sommige droge landen in het Midden-Oosten hebben vrijwel geen neerslag, maar krijgen wel veel water via rivieren.

→ Welk land in het Midden-Oosten heeft een grote rivieroases?
A
Iran
B
Turkije
C
Saudi-Arabië
D
Egypte

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

25. Bekijk bron 26.
Bron 26 laat de afvoer van water en van slib van enkele rivieren in China zien. 
Waar staat juist welke rivier het grootste debiet heeft en welke rivier de grootste slibafvoer heeft?  
grootste debiet
grootste slibafvoer
A
Chang Jiang
Huang He
B
Chang Jiang
Xi Jiang
C
Huang He
Chang Jiang
D
Huang He
Xi Jiang
E
Xi Jiang
Chang Jiang
F
Xi Jiang
Huang He

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Irrigatie wordt veel toegepast in het Midden-Oosten. Er worden daarbij verschillende technieken gebruikt.

Bij sommige irrigatietechnieken is er meer verlies van water dan bij andere. In welk rijtje staan de irrigatietechnieken in volgorde van veel naar weinig waterverlies?
A
Beregening - druppelirrigatie - oppervlakte irrigatie
B
Beregening - oppervlakte irrigatie - druppelirrigatie
C
Oppervlakte irrigatie - beregening - druppelirrigatie
D
Oppervlakte irrigatie - druppelirrigatie - beregening

Slide 38 - Quizvraag

Midden Oosten AB
Sleep de 3 grote waterprojecten in het Midden-Oosten naar de juiste plek:
Zuidoost-Anatolië project
Zuidoost-Anatolië project
NWC (National Water Carrier)
NWC (National Water Carrier)
Aswasdam
Aswasdam

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de volgende omschrijvingen van rivieren in China en het Midden-Oosten. 
→ Welke omschrijving hoort bij welke rivier?



Deze rivier is wat betreft debiet erg afhankelijk van de hoeveelheid neerslag in de bovenloop.
Deze rivier stroomt door één land en heeft de grootste jaarlijkse afvoer van water. Het is een gemengde rivier.
Deze rivier heeft van deze vier het kleinste stroomgebied en de minste jaarlijkse waterafvoer. Vrijwel al het water wordt gebruikt voor irrigatie in verschillende landen.
Deze gemengde rivier heeft binnen het stroomgebied een landklimaat, een mediterraan klimaat en een steppeklimaat. In de bovenloop valt in de winter veel neerslag. 
Chang Jiang
Nijl
Eufraat
Jordaan

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies