4.3 Afronden -SB



● Leerdoelen bespreken
● Voorkennis: ..............
● Uitleg: ..............
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
TELEFOON thuis of 
in de kluis.

LAPTOP in je tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
timer
1:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les



● Leerdoelen bespreken
● Voorkennis: ..............
● Uitleg: ..............
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
TELEFOON thuis of 
in de kluis.

LAPTOP in je tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Beginpagina met timer

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Leerdoelen

Je kunt grote getallen met alleen cijfers schrijven

Je kunt grote getallen in cijfers en woorden schrijven


H4: GETALLEN
4.1 Getallen
4.2 Grote getallen
4.3 Afronden
4.4 Afronden in praktische situaties
4.5 Procenten
4.6 Verhoudingstabellen

Slide 2 - Tekstslide

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.
L6a) Schrijf 58,6 miljoen met alleen cijfers

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

L6b) Hoe schrijf je 2,34 biljoen met alleen cijfers?
A
2 340 000 000 000

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je 346 740 000 000 in cijfers en woorden?
A
3,4674 miljoen
B
346,74 miljard
C
34,674 biljoen
D
3467,4 duizend

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

L7b) Schrijf 1 490 000 in cijfers en woorden.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond 5,356 af op een geheel getal
A
5
B
0
C
10
D
6

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond 10,72864 af op twee decimalen
A
10
B
11
C
10,73
D
10,72

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Werkschema afronden decimale getallen
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.

Slide 9 - Tekstslide

Welk getal staat hier?
Welke waarde heeft het cijfer 4 in dit getal? (4) Het staat eronder
Welke waarde heeft het eerste cijfer 2 in dit getal? (2000)
Hoe noemen we in het algemeen de cijfers die op deze plek staan in een getal? 
Als ik zeg tientallen, waar zou je die dan plaatsen in deze rij van 4?
Theorie
Werkschema afronden decimale getallen
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
  • Is die decimaal een 5 of hoger? Dan wordt het cijfer ervoor ........   hoger. Dat noemen we afronden naar .....................................

Slide 10 - Tekstslide

Welk getal staat hier?
Welke waarde heeft het cijfer 4 in dit getal? (4) Het staat eronder
Welke waarde heeft het eerste cijfer 2 in dit getal? (2000)
Hoe noemen we in het algemeen de cijfers die op deze plek staan in een getal? 
Als ik zeg tientallen, waar zou je die dan plaatsen in deze rij van 4?
Theorie
Werkschema afronden decimale getallen
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
  • Is die decimaal een 5 of hoger? Dan wordt het cijfer ervoor ........   hoger. Dat noemen we afronden naar .....................................
  • Is die decimaal kleiner dan ................? Dan verandert het cijfer ervoor ...................... Dat noemen afronden naar beneden.

Slide 11 - Tekstslide

Welk getal staat hier?
Welke waarde heeft het cijfer 4 in dit getal? (4) Het staat eronder
Welke waarde heeft het eerste cijfer 2 in dit getal? (2000)
Hoe noemen we in het algemeen de cijfers die op deze plek staan in een getal? 
Als ik zeg tientallen, waar zou je die dan plaatsen in deze rij van 4?
Huiswerk
timer
5:00
Voor dinsdag 16 januari 5e uur:
Lezen:
Theorieblok E en F

Maken:
Vanaf blz 209: opdrachten 48 t/m 62

Nakijken (via SOM):
Alles!
Snap je het niet?
Lees de theorie vanaf blz 208 in je boek!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik
Volgende les
Terugblik afronden

4.4 Afronden in praktische situaties

H4: GETALLEN
4.1 Getallen
4.2 Grote getallen
4.3 Afronden
4.4 Afronden in praktische situaties
4.5 Procenten
4.6 Verhoudingstabellen

Slide 13 - Tekstslide

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.