In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
-lijnsymmetrie
-draaisymmetrie
-puntsymmetrie
-schuifsymmetrie
Slide 1 - Tekstslide
Welke soort symmetrie?
A
Lijnsymmetrie
B
Draaisymmetrie
C
Puntsymmetrie
D
Asymmetrisch
Slide 2 - Quizvraag
Overhoor jezelf
Schuifsymmetrie
Schuifsymmetrie is de vorm van symmetrie waarbij voor ieder punt van een object geldt dat het hetzelfde blijft wanneer het in een bepaalde richting over een bepaalde lengte wordt verschoven (translatiesymmetrie).
Draaisymmetrie
Draaisymmetrie is de eigenschap dat een object gelijk blijft na een bepaalde draaiing (rotatiesymmetrie).
Spiegelbeeld
Het spiegelbeeld is virtueel. Het staat net zo ver achter de vlakke spiegel als dat het voorwerp ervoor staat.
De normaal
Hulplijn loodrecht op de spiegel. Handig om spiegelbeeld, hoek van inval en hoek van terugkaatsing te tekenen.
Puntsymmetrie
Een figuur is puntsymmetrisch als een tweedimensionale figuur op zichzelf wordt afgebeeld door te spiegelen in een punt.
Puntspiegelen komt overeen met een draaiing om een punt over 180°.
Lijnsymmetrie
Figuren die dubbelgevouwen kunnen worden zodat de ene helft precies op de andere helft past (vouwsymmetrie / spiegelsymmetrie)
S
Y
M
M
E
T
R
I
E
Asymmetrisch
Als 2 helften aan weerszijden van een vlak (of lijn) door de as van het lichaam niet aan elkaar gelijk zijn of niet elkaars spiegelbeeld vormen.