VU H2 - opdr 2.1 t/m 2.5

Verdienen & Uitgeven
Op tafel: 
Lesbrief open op p. 17
Iets om mee te schrijven
Laptop
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Verdienen & Uitgeven
Op tafel: 
Lesbrief open op p. 17
Iets om mee te schrijven
Laptop

Slide 1 - Tekstslide

Samengestelde rente:(rente over rente)

Slide 2 - Tekstslide

Samengestelde interest
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Beginwaarde
€ 1.200
1,2%
Eindwaarde
€ 14,75
€ 1.243,72

€ 14,40
€ 1.214,40
€ 14,57
€ 1.228,97

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Huiswerk was:
maken en nakijken t/m 1.19


Slide 4 - Tekstslide

Kan je ...
... via de toegevoegde waardes het BBP berekenen
... via de primaire inkomens het BBP berekenen
... beargumenteren waarom het BBP een hele beperkte maatstaf voor welvaart is?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De economische kringloop 
eenvoudige omschrijving zoals in paragraaf 2.1 (p. 17):

Bedrijven produceren met

productiefactoren (= productie).

De producten verkopen ze en 

daarmee betalen ze de beloningen 

voor de productiefactoren aan de 

Gezinnen (= inkomen), die daarmee de producten kopen, die bedrijven weer produceren.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

 oefenen
lezen blz. 17 en maken 2.1 t/m 2.3


HINTS:
2.1 - Gezinnen behalen inkomen door productiefactoren in te zetten
2.2 - Bedrijven betalen dit inkomen
2.3a - BBP wordt hier bedoeld als de omzet
2.3b - Nationaal inkomen = alle inkomens bij elkaar opgeteld

Slide 9 - Tekstslide

Economische kringloop --> een stapje realistischer
par.2.2
Niet al het inkomen wordt weer uitgegeven aan producten.

Gezinnen sparen een deel van hun inkomen bij de bank. Bedrijven lenen dit geld om mee te investeren.

Slide 10 - Tekstslide

Y = nationaal inkomen gezinnen
C = consumptie gezinnen
S = besparingen gezinnen
I = investeringen

Slide 11 - Sleepvraag

geld dat er inkomt, gaat er ook weer uit!
Bedrijven
Instroom: C + I
Uitstroom: Y                                                         --> Y = C + I

Gezinnen
Instroom: Y
Uitstroom: C + S                                                 --> Y = C + S

Banken
Instroom: S
Uitstroom: I                                                          --> S = I
P. 18

Slide 12 - Tekstslide

Begeleid oefenen
maken: opdracht 2.5

HINTS:
a) Productiewaarde = som van inkomen uit productiefactoren
c) Alles wat er binnenkomt bij gezinnen, gaat er uit in de vorm van consumeren en sparen

Slide 13 - Tekstslide

Voor welk bedrag is er door bedrijven geproduceerd?

Slide 14 - Open vraag

Hoeveel sparen de gezinnen?

Slide 15 - Open vraag

Kijk na:

Slide 16 - Tekstslide

Evaluatie

  • Het bbp berekenen als som van de toegevoegde waarde
  • Het bbp berekenen als som van de beloning voor de productiefactoren
  • De geldkringloop voor een gesloten economie beschrijven
  • Onderscheid maken tussen een reële kringloop en geldkringloop

Slide 17 - Tekstslide