Verkeer les 4 nettokracht

hfd 8 Verkeer klas 2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

hfd 8 Verkeer klas 2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel:


Weten wat nettokracht is en deze kunnen uitrekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Krachten samenstellen
Om te kijken wat er met het voorwerp gaat gebeuren, moet je alle krachten bij elkaar doen.
De kracht die dan overblijft, is de RESULTANTE of de NETTO KRACHT

Slide 3 - Tekstslide

Krachten samenstellen
We hebben hier twee krachten die we gaan samenstellen.

Kijk eerst in welke richting de krachten werken.
Hier is dat één kracht naar links en één kracht naar rechts.

Slide 4 - Tekstslide

Krachten samenstellen
Als laatste bepalen we de grootte van de netto kracht.
Omdat de krachten elkaar tegenwerken, halen we ze van elkaar af.
180 - 100 = 80 N



Slide 5 - Tekstslide

Krachten samenstellen
Als tweede kijk je welke van de twee krachten 'wint'
In dit geval wint de kracht naar rechts. 
Daarom werkt de netto kracht naar RECHTS.

Slide 6 - Tekstslide

Nettokracht

Slide 7 - Tekstslide

De kerstman heeft 2 rendieren voor zijn arrenslee die elk 100 N leveren. De luchtweerstand is 50 N, en de sleeweerstand is 75 N. Wat s de nettokracht op de arrenslee?
A
225N
B
150N
C
75N
D
175N

Slide 8 - Quizvraag

Een oma loopt achter een kinderwagen, zij duwt met 30N. Het waait de luchtweerstand is 80N. Een scholier stapt van zijn fiets en helpt de oma met 60N. De rolweerstand is 10N. Wat is de netto kracht?
A
10N
B
0
C
100N
D
-10N

Slide 9 - Quizvraag


A
Constante snelheid
B
vertraging
C
versnelling

Slide 10 - Quizvraag

leg uit wat is de netto kracht.

Slide 11 - Open vraag

Wat kan jij zeggen over de netto kracht
A
de fietser versnelt
B
de fietser vertraagd
C
de fietser fietst constant

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de netto kracht
A
Versnelt 175N
B
Vertraagd 175N
C
Vertraagd 125
D
Constant

Slide 13 - Quizvraag

Maak de opdracht 36 in je werkboek en lever een foto in .

Slide 14 - Open vraag