In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Gebruik de bron
➤Wat hoort op de stippellijn te staan?
Slide 1 - Open vraag
➤Welke plaatsnaam hoort op de stippellijn te staan?
Gebruik de bron
Slide 2 - Open vraag
Bekijk de afbeelding in de bron.
➤Waarom werd de Berlijnse Muur gebouwd?
Gebruik de bron
Slide 3 - Open vraag
➤Wat hoort op de stippellijn te staan?
Gebruik de bron
Slide 4 - Open vraag
➤Over welke situatie uit de Koude Oorlog wordt in deze vergadering overlegd?
Let op! Dit is geen meerkeuzevraag.
Gebruik de bron
Slide 5 - Open vraag
➤Leg met behulp van de afbeelding uit, waarom het zo lastig voor
de Amerikanen was om tegen de Vietnamezen te vechten.
Gebruik de bron
Slide 6 - Open vraag
➤Is dit liedje voor of na de val van de Berlijnse Muur geschreven?
Leg je antwoord uit.
Gebruik de bron
Slide 7 - Open vraag
Gebruik de bron
➤Leg met een onderdeel van de bron uit of Oost-Duitsland met de letter A of met de letter B wordt aangegeven.
Doe het zo:
Oost-Duitsland wordt aangegeven met de letter ... (vul letter in). Dat is te zien aan ... (geef onderdeel van de bron).
Slide 8 - Open vraag
Welke gebeurtenis is afgebeeld
in de spotprent?
Berlijnse Blokkade
Cuba-crisis
Slide 9 - Sleepvraag
Welke gebeurtenis is afgebeeld
in de spotprent?
Berlijnse Blokkade
Berlijnse Muur
Slide 10 - Sleepvraag
Welke gebeurtenis is afgebeeld
in de spotprent?
Berlijnse Blokkade
Berlijnse Muur
Slide 11 - Sleepvraag
In de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zitten landen die het vetorecht hebben.
➤Welke landen hebben het vetorecht?
A
alle landen van de Veiligheidsraad
B
de landen die de Verenigde Naties hebben opgericht
C
de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad
D
het grootste land van elk werelddeel
Slide 12 - Quizvraag
➤Over welke gebeurtenis gaat de bron?
Gebruik de bron
A
over de Blokkade van Berlijn
B
over de Cubacrisis
C
over de Hongaarse Opstand
D
over de Slag om Engeland
Slide 13 - Quizvraag
➤Voor welke piloten is de tekening gemaakt?
➤En naar aanleiding van welke gebeurtenis?
Gebruik de bron
A
gemaakt voor Amerikaanse piloten; naar aanleiding van de Blokkade
van Berlijn
B
gemaakt voor Amerikaanse piloten; naar aanleiding van de bouw van
de Berlijnse Muur
C
gemaakt voor Duitse piloten; naar aanleiding van de bombardementen
op Londen
D
gemaakt voor Duitse piloten; naar aanleiding van de verdediging van
Berlijn tegen luchtaanvallen
Slide 14 - Quizvraag
Na de Tweede Wereldoorlog werden sommige staten in Europa satellietstaten genoemd.
➤Wat voor regeringen waren aan de macht in deze satellietstaten?
A
communistische regeringen
B
democratische regeringen
C
kapitalistische regeringen
D
liberale regeringen
Slide 15 - Quizvraag
Welke uitspraak over de Cubacrisis is juist? De Cubacrisis is
A
de aanleiding voor de communistische revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in communistisch
Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de Verenigde Staten aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.
Slide 16 - Quizvraag
Welke personen zijn afgebeeld in de bron?
Gebruik de bron
A
Links: Stalin
Rechts: Reagan
B
Links: Gorbatsjov
Rechts: Kennedy
C
Links: Gorbatsjov
Rechts: Reagan
D
Links: Chroesjtsjov
Rechts: Kennedy
Slide 17 - Quizvraag
Na de Koude Oorlog was voor de Verenigde Staten het communisme niet meer de grootste vijand.
Wat was volgens de Verenigde Staten de 'nieuwe vijand'?
A
het kapitalisme
B
het liberalisme
C
het socialisme
D
het terrorisme
Slide 18 - Quizvraag
Hieronder staan twee gebeurtenissen:
1 De Sovjet-Unie brengt in 1957 als eerste land ter wereld een raket in een baan om de aarde. 2 De Sovjet-Unie bouwt in 1962 raketinstallaties op Cuba.
Welke overeenkomst is er tussen beide gebeurtenissen?
A
In beide gevallen controleert de Sovjet-Unie het hele luchtruim boven de Verenigde Staten.
B
In beide gevallen raken de Verenigde Staten een deel van hun
grondgebied kwijt.
C
In beide gevallen valt de Sovjet-Unie de Verenigde Staten aan.
D
In beide gevallen voelen de Verenigde Staten zich bedreigd.
Slide 19 - Quizvraag
VS
SU
dictatuur
democratie
vrijheid
gelijkheid
kapitalisme
communisme
Slide 20 - Sleepvraag
In welke periode was 'de blokkade van Berlijn'?
A
1944-1945
B
1945-1946
C
1948-1949
D
1960-1961
Slide 21 - Quizvraag
BRD
DDR
Oost-Duitsland
West-Duitsland
Westerse invloedsfeer
Stasi
KaDeWe
Oosterse invloedsfeer
Slide 22 - Sleepvraag
In welk jaar werd de Berlijnse muur gebouwd?
A
1945
B
1948
C
1955
D
1961
Slide 23 - Quizvraag
Wie liet de Berlijnse muur bouwen?
A
Oost-Duitsland
B
West-Duitsland
C
Oost,-en West Duitsland samen
D
de Sovjet-Unie
Slide 24 - Quizvraag
Het Amerikaanse streven om te voorkomen dat er meer landen communistisch werden noemen we...
A
containmentpolitiek
B
Marshallhulp
C
de Koude Oorlog
D
Trumanleer
Slide 25 - Quizvraag
Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt
D
Een oorlog in de winter.
Slide 26 - Quizvraag
We laten de Koude Oorlog beginnen na:
A
de nederlaag van Duitsland (mei 1945)
B
de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan (augustus 1945)
D
het aftreden van Churchill (augustus 1945)
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.
Slide 28 - Quizvraag
Welke uitspraak over de Cubacrisis is juist? De Cubacrisis is
A
de aanleiding voor de communistische revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in communistisch
Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de Verenigde Staten aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.
Slide 29 - Quizvraag
Door welke gebeurtenis eindigde de Tweede Wereldoorlog?
A
Bom op Nagasaki
B
De val van Berlijn
C
Bom op Hiroshima
D
Operatie Market - Garden
Slide 30 - Quizvraag
Wat maakt de Sovjet-Unie tot een bondgenoot in de Tweede Wereldoorlog?
A
Operatie Barbarossa
B
De Russische Revolutie
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Het niet-aanvalsverdrag van 1939
Slide 31 - Quizvraag
Wie zijn de grootmachten ná de Tweede Wereldoorlog?
A
Engeland, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
B
Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
C
Verenigde Staten, Sovjet-Unie
D
Engeland, Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
Slide 32 - Quizvraag
Welke gebeurtenis zie je in de bron?
Gebruik de bron
A
De bouw van de Berlijnse Muur
B
De Amerikaanse luchtbrug tijdens de blokkade van Berlijn
C
De tweefrontenoorlog tijdens de Eerste Wereldoorlog
D
De Amerikaanse invasie van Berlijn aan het eind van de Tweede Wereldoorlog
Slide 33 - Quizvraag
Welke bewering over de Blokkade van Berlijn is juist?
A
Als gevolg van de blokkade zocht Stalin toenadering tot het Westen.
B
De aanleiding was een bezoek van president Kennedy aan Berlijn.
C
De oorzaak was de dreiging van de NAVO met een wapenwedloop
tegen de Sovjet-Unie.
D
Door de luchtbrug ontstond in West-Berlijn geen hongersnood.
Slide 34 - Quizvraag
Naar aanleiding van welke gebeurtenis werd het Warschaupact in 1955 opgericht?
A
de aanleg van het IJzeren Gordijn dwars door Europa
B
de bouw van een muur tussen Oost- en West-Berlijn
C
de stichting van de DDR door de communisten
D
de toetreding van de BRD tot de NAVO
Slide 35 - Quizvraag
Welke historische gebeurtenis herken je in de bron?
Gebruik de bron
A
De Japanse aanval op Pearl Harbor
B
De Amerikaanse invasie tijdens de Cubacrisis
C
De Bevrijding van Amsterdam
D
De luchtbrug tijdens de blokkade van Berlijn
Slide 36 - Quizvraag
Welk land was tijdens de Koude Oorlog de belangrijkste tegenstander van het Westen?