antwoorden week 20 tekst 1 t/m 8

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

antwoorden

Noteer alleen je antwoorden. Deze vragen heb je in week 20 gemaakt. 

Tekst 1:
Wat is volgens de tekst nog een ander voordeel van de gratis leenparaplu’s?

Tekst 2: vraag 2:
Is de bewering juist of niet?Er zijn 4 beweringen

Tekst 3: vraag 3
Welche Aussage über Jean Counet stimmt mit dem 1. Absatz überein?

1. A
2. B
3. C
4. D

Tekst 3: vraag 4
Wie viel Zeit haben die Filmarbeiten für „Typisch“ gekostet? (Absatz 2)

1. A
2. B
3. C
4. D

Tekst 3: vraag 5

1. A
2. B
3. C
4. D

Tekst 3: vraag 6
Was wird aus dem 4. Absatz über das Filmprojekt „Typisch“ deutlich?

1. A
2. B
3. C
4. D

Tekst 4: vraag 7
Was wird aus dem 1. Absatz über Manuel deutlich?

1. A
2. B
3. C

Tekst 4: vraag 8
Welche Aussage stimmt mit dem 2. Absatz überein?

1. A
2. B
3. C
4. D

Tekst 4: vraag 9
Geef van elk van de onderstaande beweringen over het sportinternaat aan of deze wel of niet overeenkomt met alinea 3. Er zijn 4 beweringen

Tekst 4: vraag 10
Wie denkt Manuel über Fußball und seine Zukunft? (Absatz 4)

1. A
2. B
3. C
4. D

Tekst 5: vraag 11
Wat is de kern van dit artikel?

1. A
2. B
3. C
4. D

Tekst 6: vraag 12
Wat wordt er uit de tekst over een “fleißige Einbrecherin” duidelijk?

1. A
2. B
3. C
4. D

Tekst 7: vraag 13
Was wird im 1. Absatz über Stefan van Haaren ausgesagt? Er hat...

1. A
2. B
3. C
4. D

Tekst 7: vraag 14
Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met alinea 2.

Tekst 7: vraag 15
Warum hat Schulleiter Claus Hösen Bedenken über „Gemeinsames
Lernen“ an seiner Schule? (Absatz 3)

1. A
2. B
3. C

Tekst 7: vraag 16
„Ihm stehen … Türen offen.“ (Absatz 4) Was ist damit gemeint?

1. A
2. B
3. C

Tekst 8: vraag 17
Was gefiel Tobias besonders gut an seinem ersten Ausbildungsjahr bei der Polizei? (Absatz 1)

1. A
2. B
3. C
4. D

Tekst 8: vraag 18
Noem drie eisen die de politie aan sollicitanten stelt. (alinea 2)

Tekst 8: vraag 19

1. A
2. B
3. C

Tekst 8: vraag 20
Was ist Tobias beim Training in Münster klar geworden? (Absatz 3)

1. A
2. B
3. C

Tekst 8: vraag 21
Was wird über die „ehemaligen Klassenkameraden“ deutlich? (Absatz 4)

1. A
2. B
3. C
4. D

Tekst 8: vraag 22
„Das gehört zu diesem Beruf nun einmal dazu.“ (letzter Satz) Was ist hier mit „Das“ gemeint?

1. A
2. B
3. C
4. D

Einde opdrachten week 20

Week 21 invullen in de andere lessonup:

week 21 antwoorden teksten 9 t/m 15