Seizième cours 9 février 2022

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We storen niet bewust de les (door bijvoorbeeld dingen door de klas te gooien of dingen door de klas te schreeuwen)

Slide 2 - Tekstslide

Les buts
Aan het eind van dit lesuur..: 
1. kun je iets bestellen en weet je hoe je in het Frans een vraag stelt.








Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Maak een vraagzin
Tu regardes un film.

Slide 5 - Open vraag


Maak een vraagzin van de volgende zin.

Vous aimez les compétitions.

Slide 6 - Open vraag


Maak van de volgende zin een vraagzin

Tu as faim.

Slide 7 - Open vraag

Maak een vraagzin:
Ils habitent en France.

Slide 8 - Open vraag

Maak een vraagzin:
Elle va au lycée

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Ober, de kaart alstublieft.    
Een cola en een pizza alstublieft.    
Waar is de wc?   
Ik heb liever pizza’s.    
Houd je van pannenkoeken?    
Ober, de rekening!    

Tu aimes les crêpes?

Je préfère les pizzas.

Monsieur, la carte s’il vous plait.

Un coca et une pizza, s’il vous plait.

 Où sont les toilettes?

Monsieur, l’addition s’il vous plait.

Slide 11 - Sleepvraag

Wat nu?
Gezamenlijk maken:
Opdracht 13b, 13d en 13e 

Maken in duo's:
Opdrachten 14 en 15

Slide 12 - Tekstslide

DE LIDWOORDEN

Slide 13 - Tekstslide

Lidwoorden

Slide 14 - Tekstslide

Vervang le/la/l'/ les door un/une/des
la soeur- ....soeur
A
un
B
une
C
des

Slide 15 - Quizvraag

Verander het lidwoord in le, la, les, l':
une soeur
A
la soeur
B
le soeur
C
les soeurs
D
l'soeur

Slide 16 - Quizvraag

Vul het goede lidwoord in, kies uit: le, la, les, l', un, une, des
(De école) de Lucas s'appelle collège Victor Hugo
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 17 - Quizvraag

verander het lidwoord in le, la, les, l':
un hôtel
A
le hôtel
B
la hôtel
C
l'hôtel
D
les hôtel

Slide 18 - Quizvraag

Choisis: le, la, l', les
Tu prends ____ ordinateur (m).

A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 19 - Quizvraag

Vervang le/la/l'/ les door un/une/des
le garçon- .....garçon
A
un
B
une
C
des

Slide 20 - Quizvraag

Vul het lidwoord in.
Kies uit: le/la/les/l' ___ frères.
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 21 - Quizvraag

Vul het lidwoord in.
Kies uit: le/la/les/l' ___ maison (v)
A
le maison
B
la maison
C
les maison
D
l'maison

Slide 22 - Quizvraag