Stepping Stones 1 chapter 4 ABF, stone 10 en grammar 10

Lesdoel
Kijken of je goed hebt geleerd: words A,B en F, stone 10 en grammar 10
Oefen in it's learning de onderdelen die je nog niet goed kent.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel
Kijken of je goed hebt geleerd: words A,B en F, stone 10 en grammar 10
Oefen in it's learning de onderdelen die je nog niet goed kent.

Slide 1 - Tekstslide

Translate to Dutch:
detached house

Slide 2 - Open vraag

Translate to Dutch:
terraced house

Slide 3 - Open vraag

Translate to Dutch:
benefit

Slide 4 - Open vraag

Translate to Dutch:
bunk bed

Slide 5 - Open vraag

Translate to Dutch:
library

Slide 6 - Open vraag

Translate to Dutch:
laundry

Slide 7 - Open vraag

Translate to Dutch:
boarding house

Slide 8 - Open vraag

Wat is een kostschool?

Slide 9 - Woordweb

Translate to English:
grote stad

Slide 10 - Open vraag

Translate to English:
delen

Slide 11 - Open vraag

Translate to English:
buurt, wijk

Slide 12 - Open vraag

Translate to English:
afwas

Slide 13 - Open vraag

Translate to English:
kantoor

Slide 14 - Open vraag

Translate to English:
uitruimen, legen

Slide 15 - Open vraag

Prepositions of place
Where is the man?

Slide 16 - Open vraag

Prepositions of place
Where is the unicorn?

Slide 17 - Open vraag

Prepositions of place
The ball went ..... the window.

Slide 18 - Open vraag

Prepositions of place
Where is the bear?

Slide 19 - Open vraag

Prepositions of place
Where is the book?

Slide 20 - Open vraag

Prepositions of place
Where are the children?

Slide 21 - Open vraag

Use the right article (=lidwoord):
dog
A
a
B
an

Slide 22 - Quizvraag

Use the right article (=lidwoord):
mate
A
a
B
an

Slide 23 - Quizvraag

Use the right article (=lidwoord):
area
A
a
B
an

Slide 24 - Quizvraag

Use the right article (=lidwoord):
hour
A
a
B
an

Slide 25 - Quizvraag

Use the right article (=lidwoord):
uniform
A
a
B
an

Slide 26 - Quizvraag

Use the right article (=lidwoord):
single bed
A
a
B
an

Slide 27 - Quizvraag

Hoe zeg je dat je een grote slaapkamer hebt.

Slide 28 - Open vraag

Hoe zeg je:
Ons huis heeft geen garage.

Slide 29 - Open vraag

Hoe zeg je dat je in een klein dorp woont.

Slide 30 - Open vraag

Hoe zeg je:
Mijn huis heeft een kelder.

Slide 31 - Open vraag