1. Teken je eigen
sociale omgeving (mensen die je regelmatig ziet en dingen samen mee doet)
2. Leg van drie mensen binnen je sociale omgeving uit waarom je afhankelijk van ze bent. Leg je antwoord uit.
3. leg van 2 mensen buiten je sociale omgeving uit waarom je afhankelijk van ze bent. Leg je antwoord uit.