Les 1: De opkomst van de stoommachine

Burgers en stoommachines

1. De opkomst van de stoommachine
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Burgers en stoommachines

1. De opkomst van de stoommachine

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De leerdoelen
1. Je kunt beschrijven wat in de 19e eeuw veranderde in het leven van mensen.
2. Je kunt beschrijven hoe en waardoor de productie toenam.
3. Je kunt beschrijven wat vanaf 1870 veranderde in de industrie.
4. Je kunt beschrijven wat veranderde in de samenleving.

Slide 3 - Tekstslide


We gaan terug naar de tijd van 
de industriële revolutie

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je al van de opkomst
van de moderne stoommachine?

Slide 5 - Woordweb

Het Britse wereldrijk
    Begin 18e eeuw strekte het Britse rijk zich uit over de gehele wereld. De bevolking groeide en dus was er meer kleding nodig. Kleding werd van katoen gemaakt en kwam van de plantages.

                                          Het Britse Rijk 
                                              rond 1700
                                                     --->

Slide 6 - Tekstslide

Huisnijverheid
Stof voor kleding (textiel) werd nog met de hand en "simpele" werktuigen gemaakt. Dit werktempo lag te laag. Er moest een manier worden gevonden om sneller te produceren.

spinnewiel
en weefgetouw

Slide 7 - Tekstslide

De stoommachine
James Watt is de uitvinder van de moderne stoommachine. De verbeteringen gedaan door Watt bleken van ongekend groot belang. Dit leidde tot grote veranderingen in de productie.

Slide 8 - Tekstslide

Wind- en waterkracht
De moderne stoommachine zorgde definitief voor een vervanging van de spierkracht van mens en dier, maar ook van
        de wind- en waterkracht.

Slide 9 - Tekstslide

De industriële revolutie
Door de uitvinding van de moderne stoommachine en daarmee de veranderende productiemethoden, ontstond de industriële revolutie. Er kwamen steeds meer fabrieken en machines.

Slide 10 - Tekstslide

Andere machines
De stoommachines dreven andere machines aan. In grote fabriekshallen stonden vele machines opgesteld. Het werktempo van de arbeiders werd bepaald door de machines.

Slide 11 - Tekstslide

De stoomtrein
De fabrieken hadden grondstoffen nodig om producten van te maken. Deze moesten worden aangeleverd. Door de komst van de stroomtrein kon alles en iedereen sneller worden verplaatst.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Nieuwe industrieën na 1870
Er kwamen nieuwe industrieën op. En aardolie was een nieuwe energiebron. In de chemische industrie werd bv. kunstmest en plastic gemaakt. Nieuw was ook de voedingsmiddelenindustrie.

          -->
           de gloeilamp
         (Edison)

Slide 14 - Tekstslide

Gevolgen opkomst industrie
De industrie had tot gevolg dat mensen minder werkten in de huisnijverheid en landbouw, maar veel mensen vertrokken naar de steden om te werken in de industrie- en dienstensector.

Slide 15 - Tekstslide

Industriële samenleving
In Groot-Brittannië ontstond voor het eerste een industriële samenleving. Daarna volgden ook andere landen. De steden en arbeiderswijken raakten in een korte tijd overvol.

Slide 16 - Tekstslide

Rijke ondernemers
Alleen de rijken (kapitalisten) konden een bedrijf of fabriek opstarten. Zij waren de werkgevers. De werknemers (arbeiders) werkten hard, maar hadden eigenlijk niet veel te vertellen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video