U2 les 1 les hobbies

Jouer + à ("spelen aan")
Je joue à la console  (la = vrouwelijke woord)
Je joue au basketball (le basketball = mannelijke woord = à + le = au)
Je joue aux jeux vidéos (les jeux vidéos = meervoud = à + les = aux)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Jouer + à ("spelen aan")
Je joue à la console  (la = vrouwelijke woord)
Je joue au basketball (le basketball = mannelijke woord = à + le = au)
Je joue aux jeux vidéos (les jeux vidéos = meervoud = à + les = aux)

Slide 1 - Tekstslide

Ils jouent ..... un jeu de société : le Monolopy.

Slide 2 - Open vraag

Elle joue ..... ping-pong

Slide 3 - Open vraag

Jouer + de ("spelen van")
Voor een muziekinstrument / pour un instrument de musique

Je joue de la trompette
Je joue du piano (le piano = mannelijke woord = de + le = du)

Slide 4 - Tekstslide

On dit "la guitare". Alors, tu dis : "Je joue .... guitare".

Slide 5 - Open vraag

Je joue .... la musique.

Slide 6 - Open vraag

De + le = du; de + les = des ; à + le = au; à + les = aux

Slide 7 - Tekstslide

Corrige la faute : "Il joue à les jeux vidéos".

Slide 8 - Open vraag

Corrige la faute : "Elle joue de le piano".

Slide 9 - Open vraag

Corrige la faute : "Ils jouent à le tennis".

Slide 10 - Open vraag

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 11 - Open vraag

Au revoir ! 

Slide 12 - Tekstslide