werken in de zorg les 2
1 / 20
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Dit is een .....
Het werkwoord is.....
Het werkwoord is.....
A
map
mappen
B
mop
mopper
C
mop
moppen
D
mep
meppen
Slide 3 - Quizvraag
Dit is een .....
Het werkwoord is.....
Het werkwoord is.....
A
bezem
vegen
B
bezig
bezigen
C
bezen
bezennen
D
bezem
bezemen
Slide 4 - Quizvraag
Dit is een .....
Het werkwoord is.....
Het werkwoord is.....
A
stofzuigen
stoffen
B
stofzuigje
stofje
C
stofzuiker
suiken
D
stofzuiger
stofzuigen
Slide 5 - Quizvraag
Dit is een .....
Het werkwoord is.....
Het werkwoord is.....
A
tandenborsten
poesten
B
tandenborstel
borstelen
C
tandenborden
bijten
D
tandenborstel
poetsen
Slide 6 - Quizvraag
Dit is een .....
Het werkwoord is.....
Het werkwoord is.....
A
het schoorapparaat
schoren
B
de scheer
scheren
C
het scheerapparaat
scheren
D
de scheurpapa
scheuren
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat doe je?
A
laten liggen
B
vragen: 'Hoe gaat het?'
C
112 bellen
D
helpen
Slide 9 - Quizvraag
Wat doe je?
A
stelpen van het bloed
B
afvegen
C
niks
D
onder de kraan
Slide 10 - Quizvraag
Wat is dit?
A
water
B
limonade
C
ontsmettingsmiddel
D
gel
Slide 11 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
een gebroken pols
B
een gebroken enkel
C
een gebroken elleboog
D
een gebroken nek
Slide 12 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
schminck
B
een kneuzing
C
weet ik niet
D
een breuk
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Wat heb je nodig?
A
een pleister
B
gips
C
koelen
D
de eerste hulp
Slide 15 - Quizvraag
Wat heb je nodig?
A
een pleister
B
gips
C
koelen
D
de eerste hulp
Slide 16 - Quizvraag
Wat heb je nodig?
A
een pleister
B
gips
C
koelen
D
de eerste hulp
Slide 17 - Quizvraag
Wat heb je nodig?
A
een pleister
B
drukverband
C
koelen
D
de eerste hulp
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Video
En... welke richting kiezen jullie?
