Vraag van de dag: Welke 3 redenen om te sparen ken je?
timer
5:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij Economie
hang je jas op en leg je telefoon in de koffer
ga rustig zitten
leg je boek en pen op tafel
als de timer gaat is iedereen stil
Vraag van de dag: Welke 3 redenen om te sparen ken je?
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
* Journaal kijken en vraag over het Journaal 10 min * Uitleg Hoofdstuk 2.4: Geld lenen 10 min Lesdoel: aan het eind van de les kun je vertellen: - welke leenmotieven zijn er * Opdrachten maken 15 min
* en samen ronden we de les af 5 min
Slide 2 - Tekstslide
Herhalen
3 redenen om te gaan sparen
1. Sparen voor een doel
steeds iets opzij zetten zodat je later iets duurs kunt kopen
2. Sparen uit voorzorg
Een buffer opbouwen voor onverwachte uitgaven
3. Sparen voor de rente
Het levert extra geld op
Slide 3 - Tekstslide
Herhalen
Hoeveel rente levert sparen op????
Afhankelijk van: Hoeveel geld zet je apart
Hoe lang zet je het apart
De hoogte van het rente percentage
Op een spaardeposito staat je geld langer vast en krijg je hogere rente
Slide 4 - Tekstslide
Herhalen
Vaste rente Voor een langere periode dezelfde rente
Variabele rente De rente kan veranderen. Omhoog - Omlaag
Inflatie Het minder waard worden van geld
Koopkracht: Als spaarrente hoger is dan inflatie dan stijgt je koopkracht
Slide 5 - Tekstslide
Instructie
4 redenen om geld te gaan lenen
Lenen voor tijdelijk tekort Volgende week salaris, maar nu al iets kopen
Dure aankoop niet uitstellen Ik wil niet sparen, maar er nu al van genieten
Onverwacht direct geld nodig Mijn IPhone is net ineens kapot gegaan
Voor het kopen van een huis Een huis kost wel heeeeeel veeeeel ineens
Slide 6 - Tekstslide
Instructie
Je moet wel zeker weten dat je het kan terug betalen.
Je moet namelijk maandelijks het afgesproken bedrag betalen
Je moet daarnaast ook rente betalen. Dit zijn kredietkosten
Berekening
Kredietkosten = termijnbedrag × aantal termijnen – krediet
Slide 7 - Tekstslide
Instructie
Rekenen met rente Hoeveel rente krijg je???
Spaarbedrag : 100 x rente% = ontvangen rente per jaar
€ 5.000,- 3% rente 5 jaar vast
5.000 : 100 = 50 50 x 3 = 150 150 x 5 = € 750,-
Slide 8 - Tekstslide
Journaal kijken
Slide 9 - Tekstslide
jeugdjournaal.nl
Slide 10 - Link
Opdrachten maken
Basis: (blz. 50-53) Kader: (blz. 54-55)
3, 4, 2, 3, 4 en 5
5 en 6
Heb je dit af, maak dan: Blz. 63 opdr. 11
Blz. 63: opdr 12
Slide 11 - Tekstslide
Afronden van de les
Wat heb ik vandaag geleerd:
Welke motieven zijn er om te lenen?
Wat zijn kredietkosten?
Slide 12 - Tekstslide
Wat spreken we af
Je mobiel is bij de leraar
Je jas is aan de kapstok
Je boek en pen heb je op tafel
Tijdens de instructie is het stil
Tijdens opdracht maken mag je rustig overleggen
1x waarschuwen: naam op bord, 2x waarschuwen streep erbij, 3x waarschuwen is rode kaart