In deze les zitten 32 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
H9: Thema DNA
Basisstof 5 Mutaties
en
Basisstof 6 Biotechnologie
-----------------------------------------
Herhaling begrippen dmv. vragen en plaatjes
Uitleg B5 en B6
WIV reuzenchromosomen.
Slide 1 - Tekstslide
Fenotype
Hoe je eruitziet wordt bepaald door genotype en milieu factoren .
Milieu factoren kunnen de genexpressie ook veranderen (epigentica)
Slide 2 - Tekstslide
Genotype- DNA
Genotype = alle erfelijke informatie in je cellen.
DNA in celkern
DNA in mitochondrien
DNA in chloroplasten (planten)
DNA bestond uit stikstofbasen (ATCG)
Slide 3 - Tekstslide
DNA DeoxyriboNucleic Acid
DNA bestaat uit basenparen.
A & T en C & G
Slide 4 - Tekstslide
Nucleotide: bouwsteen van DNA
Bestaat uit 1 fosfaatgroep, 1 suiker en 1 stikstofbase
DNA-
molecuul
Slide 5 - Tekstslide
Chromosoom/DNAGen/allel
stukje DNA met een bepaalde nucleotide volgorde
Stuk DNA dat codeert voor 1 eigenschap noem je een gen.
Varianten op een gen noem je een allel . Het zelfde stukje DNA is dan iets anders zijn qua nucleotiden volgorde, maar codeert nog steeds voor de zelfde eigenschap
Je haplotype zijn welke allelen je hebt liggen op 1 chromosoom.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Epi-genetica
Slide 8 - Tekstslide
Epigentica en genexpressie
-Methylering: toegevoegd van een methyl molecuul op delen van DNA. Gen wordt niet aflezen .
-Ook versterking kan ook doormiddel van acetyl molekuul die aan een histon wordt gekoppeld.
Slide 9 - Tekstslide
Suppressorgenen
-> rem celcyclus
Proto-oncogenen
-> stimuleren celgroei en
differentiatie
Slide 10 - Tekstslide
Epigenetica
Als het de activiteit van de proto-oncogenen of de tumorsupporessorgenen beinvloed kan die een verhoogde kans op kanker geven.
Slide 11 - Tekstslide
9.5 Modificatie = verandering
Bij een modificatie verandert de erfelijke informatie in de chromosomen niet en wordt dus niet doorgegeven aan nakomelingen. Bij genetische modificatie wel.
Slide 12 - Tekstslide
Puntmutaties in DNA (genetische modificatie)
oorspronkelijk : TAC CAA GAA
Substitutie: TAC CAT GAA
Insertie: TAC CAC AGA A
Deletie: TAC CAG AA
Slide 13 - Tekstslide
Puntmutaties
Mutaties kunnen plotseling ontstaan, maar komen minder voor dan je denk
puntmutaties/ substituties: een nucleotide wordt vervangen door een ander nucleotide
deletie: nucleotide of nucleotide sequentie wordt uit chromosoom verwijderd
insertie: wordt één nucleotide of meerdere nucleotiden aan een sequentie toegevoegd
Slide 14 - Tekstslide
proto oncogenen
coderen voor eiwitten die de groei en de celdifferentiatie stimuleren.
Als proto oncogenen door een mutatie kapot gaan is de controle op de groei en differentiatie weg.
Als ook het tumorsupressorgen kapot is kan dus een kankercel ontstaan.
Slide 15 - Tekstslide
Oncogenen
Mutatie op suppressorgen verwijdert rem op celcyclus
Proto-oncogen stimuleert celgroei, door mutatie verandert deze in oncogen
Abnormaal snelle groei of celdeling, als suppressorgen niet voor apoptose zorgt, ontstaan tumor
Slide 16 - Tekstslide
Hoe leidt meiose tot genetische variatie (recombinatie)
Slide 17 - Tekstslide
Genoommutatie: Non-disjunctie tijdens meiose
Slide 18 - Tekstslide
karyogram
portret van chromosomen
Afgebeeld per paar
Gerangschikt op:
lengte "pootjes" en grote van het chromosoom
Zijn genummerd
Slide 19 - Tekstslide
Chromosoommutatie: translocatie
Slide 20 - Tekstslide
genoommutatie: verandering van het aantal chromosomen
Slide 21 - Tekstslide
Genetisch modificatie
E
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Video
Nabespreken huiswerk
Klaar snap je alles maak 9.5 af
Slide 25 - Tekstslide
WIV reuzenchromosomen
Slide 26 - Tekstslide
WIV reuzen chromosomen
Oefenen voor: WIV Practicum microscopie
Eindtoets met teken opdracht en wat vragen
Getest tekenregels/rekenen met pijl/ andere vaardigheden getest tijdens eerdere WIV opdrachten zoals herkennen van o.a. weefsels
Slide 27 - Tekstslide
Wij kijken naar de speekselklier van de larve
Slide 28 - Tekstslide
Welke tekeningen moet je maken
Tekening
Wat
hoe
1
preparaat
1x,
schematisch
2
hele speeksel klier
100x,
natuurgetrouw
3
Stukje DNA met 5 a 6 chromosoombandjes een met Puff
400x, natuurgetrouw
Slide 29 - Tekstslide
Leerdoelen
Herhaling tekenregels
Herkennen van speekselklier, cel, DNA, chromosoon, DNA, genbandje, Puff