01. dierlessen SVA1 (basis)
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
benodigdheden:
-post-its (voor kennis activeren)
-a3 papier voor de post-its
-a4 in kleuren (voor de mindmap)
-LICG van de dieren printen/ kopiëren
-boekjes voor logboek
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Voorkennis activeren
timer
3:00
Wat weet je al over het verzorgen van dieren?
Slide 4 - Woordweb
Vraag aan de leerling wat hij/zij al weet over de verzorging van dieren. Ze kunnen bijvoorbeeld denken aan het uitlaten van een hond, het knippen van de nagels van een cavia of het borstelen van een dier. Ook kunnen ze nadenken over hoeveel en welk soort voedsel een dier nodig heeft.
Slide 5 - Tekstslide
Loop samen met een maatje langs de dierenverblijven (in tweetallen, niet meer). Kijk goed naar welke dieren wij allemaal hebben en hoeveel van elk dier er zijn. Kun jij ook invullen wat je denkt dat elk dier eet en drinkt?
- Nadat iedereen dit heeft gedaan gaan we dit klassikaal bespreken en kijken of er overeenkomsten / verschillen zijn.
- Nadat iedereen dit heeft gedaan gaan we dit klassikaal bespreken en kijken of er overeenkomsten / verschillen zijn.
Slide 6 - Tekstslide
Loop samen met een maatje langs de dierenverblijven (in tweetallen, niet meer). Kijk goed naar welke dieren wij allemaal hebben en hoeveel van elk dier er zijn. Kun jij ook invullen wat je denkt dat elk dier eet en drinkt?
- Nadat iedereen dit heeft gedaan gaan we dit klassikaal bespreken en kijken of er overeenkomsten / verschillen zijn.
- Nadat iedereen dit heeft gedaan gaan we dit klassikaal bespreken en kijken of er overeenkomsten / verschillen zijn.
Slide 7 - Tekstslide
Om te weten wat een dier allemaal nodig heeft, is het belangrijk om eerst meer over het dier te leren. De leerlingen gaan een mindmap maken van een toegewezen dier. Ze mogen zo creatief mogelijk zijn met knippen en plakken. De volgende informatie moeten ze in ieder geval verwerken in de mindmap:
Wat eet het dier?
Hoe oud kan het dier worden?
Leeft het dier alleen of in een groep?
Hoeveel ruimte heeft het dier nodig?
Heeft het dier extra warmte nodig?
Wat is het gedrag van het dier?
Leuke weetjes over het dier.
Slide 8 - Tekstslide
Door de mindmap weten we nu wat het dier nodig heeft. Maar weten we ook wanneer of hoe vaak de verblijven schoongemaakt moeten worden? Of dat de nagels van het dier geknipt moeten worden? Zoek dit voor jouw uitgewerkte dier nog even op.
Als de leerling dit gedaan heeft, maakt hij/zij een verzorgingskaart. De leerling krijgt van de docent een lege kaart die ingevuld moet worden. De leerling maakt een foto van het dier en print deze uit, zodat deze bij de verzorgingskaart kan worden geplakt.
Op een verzorgingskaart staat wat een dier nodig heeft. om het op een kaart neer te zetten, kan je in één zicht allemaal zien.
Periodieke en dagelijkse taken in de dierverzorging verwijzen naar verschillende soorten verantwoordelijkheden die regelmatig uitgevoerd moeten worden om ervoor te zorgen dat het dier goed verzorgd wordt.
Op een verzorgingskaart staat wat een dier nodig heeft. om het op een kaart neer te zetten, kan je in één zicht allemaal zien.
Periodieke en dagelijkse taken in de dierverzorging verwijzen naar verschillende soorten verantwoordelijkheden die regelmatig uitgevoerd moeten worden om ervoor te zorgen dat het dier goed verzorgd wordt.
Dagelijkse taken zijn de taken die elke dag uitgevoerd moeten worden. Dit zijn bijvoorbeeld:
-Het voeden en drinken geven aan het dier.
-Het schoonmaken van de eet- en drinkbakken.
-Het uitlaten van huisdieren zoals honden.
-Het controleren van de gezondheid van het dier (bijvoorbeeld of het actief is of geen ziektesymptomen vertoont).
Periodieke taken zijn taken die niet dagelijks hoeven te worden uitgevoerd, maar wel op regelmatige basis, bijvoorbeeld wekelijks, maandelijks of afhankelijk van de behoefte van het dier. Voorbeelden van periodieke taken zijn:
-Het schoonmaken van de verblijven (bijvoorbeeld wekelijks).
-Het knippen van de nagels van het dier.
-Het borstelen van het dier (bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks, afhankelijk van het soort vacht).
-Het controleren van de gezondheid van het dier op dieper niveau (bijvoorbeeld een dierenartsbezoek).
Kortom: dagelijkse taken zijn noodzakelijk voor het welzijn van het dier op dagelijkse basis, terwijl periodieke taken belangrijk zijn om op langere termijn het dier gezond en gelukkig te houden
Slide 9 - Tekstslide
De leerlingen krijgen van de docent een papier met daarop verschillende plaatjes, met achter elk plaatje de naam van het voorwerp. Het voorwerp kan iets van eten zijn, maar ook bodembedekking of materiaal voor de huisvesting van het dier.
Op deze dia staan 4 verschillende afbeeldingen.
De taak van de leerling is om op te schrijven welke dieren dit voorwerp gebruiken. Sommige plaatjes kunnen bij meerdere dieren voorkomen. Bijvoorbeeld, hooi wordt gegeten door zowel een konijn als een cavia.
Slide 10 - Tekstslide
Aan het einde van elke les houden de leerlingen een logboek bij. Ze schrijven op wat ze die dag gedaan hebben, wat ze ervan vinden en of er bijzonderheden waren.
De leerlingen krijgen van de docent een boekje waar ze alles in kunnen opschrijven,
De leerlingen krijgen van de docent een boekje waar ze alles in kunnen opschrijven,
