In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Thema 2 bellen & mailen
Taak 6
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
- Huiswerk bekijken
- nieuwe woorden
- Filmpje kijken.
- DISK taak 6
Let op! Maandag toets!
Slide 2 - Tekstslide
Doel van de les
Aan het einde van de les heb je drie verschillende gesprekken (met een vriend, met je docent en met de dokter) helemaal opgeschreven.
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk bekijken
Jullie moesten de woordenlijst t/m 40 maken
Slide 4 - Tekstslide
Nieuwe woorden!
Schrijf ze in je schrift.
Slide 5 - Tekstslide
Uitleggen
Vertellen hoe iets moet.
De meneer legt de opdracht uit.
Slide 6 - Tekstslide
Vertellen
Iets zeggen tegen iemand.
Mijn vriend verteld mij over zijn voetbalwedstrijd.
Slide 7 - Tekstslide
Vervelend
niet leuk of saai.
Mijn broertje is soms heel vervelend.
Slide 8 - Tekstslide
Zelf
In eigen persoon.
Ik moet zelf mijn kamer opruimen.
Slide 9 - Tekstslide
Zonder
dit woord gebruik je om te zeggen dat iets of iemand er niet bij is.
Ik heb een glas, zonder drinken.
Slide 10 - Tekstslide
Woordenlijst
Schrijf met deze 5 woorden een zin op je woordenlijst.
Uitleggen
Vertellen
Vervelend
Zelf
Zonder
Klaar? Ga verder met de andere woorden.
timer
10:00
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Waar ging dit over?
Slide 13 - Tekstslide
DISK taak 6 - Bedenk drie gesprekken
Je wil morgen met je beste vriendin iets leuks doen. Bedenk wat je wil doen. Je belt je vriendin.
Je komt morgen later op school. Bedenk hoe laat je op school komt. Je belt je docent.
Je hebt een afspraak met de huisarts . De afspraak is op dinsdag 11 maart, maar je kunt dan niet. Je kunt wel op vrijdag 14 maart. Je belt de assistente.
Slide 14 - Tekstslide
Je wil morgen met je beste vriendin iets leuks doen. Bedenk wat je wil doen. Je belt je vriendin.
Hoe begin je het gesprek?
Wat ga je zeggen?
Hoe eindig je het gesprek?
Slide 15 - Tekstslide
Je komt morgen later op school. Bedenk hoe laat je op school komt. Je belt je docent.
Hoe begin je het gesprek?
Wat ga je zeggen?
Hoe eindig je het gesprek?
Slide 16 - Tekstslide
Je hebt een afspraak met de huisarts . De afspraak is op dinsdag 11 maart, maar je kunt dan niet. Je kunt wel op vrijdag 14 maart. Je belt de assistente.
Hoe begin je het gesprek?
Wat ga je zeggen?
Hoe eindig je het gesprek?
Slide 17 - Tekstslide
De taak maken.
- We hebben net samen besproken wat je in deze gesprekken kunt zeggen.