11. bst 3 en nulmeting

PLANNING VAN DEZE LES
0. StartUp

1.  Ophalen
2.  Quizvraag via LessonUp: zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp en ww.gezegde.
3.  Informatie over de nulmeting in Taalblokken.
4.  Taalblokken mbt Bouwsteen 3 / Nulmeting
5.  Nulmeting







1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

PLANNING VAN DEZE LES
0. StartUp

1.  Ophalen
2.  Quizvraag via LessonUp: zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp en ww.gezegde.
3.  Informatie over de nulmeting in Taalblokken.
4.  Taalblokken mbt Bouwsteen 3 / Nulmeting
5.  Nulmeting







Slide 1 - Tekstslide

STARTUP
Maak de StartUp thuis af en lever deze in via CumLaude. 
Twee bestanden, gelijktijdig uploaden. Je hoeft geen presentatie te houden. 

NB: De StartUp vormt een derde van jouw totaalcijfer voor Nederlands.

Slide 2 - Tekstslide

1. OPHALEN
De zinsdelen van een zin vind je als volgt:  
   
1. Zet de zin in een andere tijd. Dat wat verandert, is een werkwoord/de pv.
2. Zet streepjes (in je hoofd) meteen voor en na de persoonsvorm (pv). 
3. Je laat nu de persoonsvorm op dezelfde plek staan. 
    a) Dat wat ervóór staat, is al een zinsdeel. Dat krijg je gratis.  
    b) Wat kan er nog meer vóór? Dat is dan ook een zinsdeel. 

Het moeten nog wel goede Nederlandse zinnen zijn! 
    

Slide 3 - Tekstslide

ONDERWERP
De persoonsvorm is dus een werkwoord dat het onderwerp 'laat werken'.  

'De zoon van de buurvrouw | kijkt | naar mij.' 
►Wat is de persoonsvorm? 


Stel de vraag 'wie of wat' aan de persoonsvorm
Het antwoord is het onderwerp. 


Slide 4 - Tekstslide

WERKWOORDELIJK GEZEGDE
... ofwel alle werkwoorden die in de zin worden 'gezegd'. 

Werkwoorden zijn doe-woorden. 
Ze eindigen op -en (behalve zes ervan).
De vorm kan veranderen, dat is de werkwoordspelling/de d's en dt's! 




Slide 5 - Tekstslide

2. QUIZVRAAG!
Eén zin, vier vragen! 

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de juiste zinsdelen ook alweer?

'Lilian kijkt de hele tijd op haar telefoon'
A
Lilian| kijkt | de hele tijd | op haar telefoon
B
Lilian | kijkt de hele tijd | op haar telefoon
C
Lilian | kijkt | de hele tijd op haar telefoon

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?

'Lilian | kijkt | de hele tijd | op haar telefoon'
A
Lilian
B
kijkt
C
de hele tijd
D
op haar telefoon

Slide 8 - Quizvraag

En wat is het onderwerp?

'Lilian | kijkt | de hele tijd | op haar telefoon'
A
Lilian
B
kijkt
C
de hele tijd
D
op haar telefoon

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

'Lilian | kijkt | de hele tijd | op haar telefoon'
A
Lilian
B
kijkt
C
de hele tijd
D
op haar telefoon

Slide 10 - Quizvraag

3. INFORMATIE OVER DE NULMETING
De nulmeting ga je ná Bouwsteentoets 3 maken, eveneens in Taalblokken. Voor Yasmin en Jennifer staat nu de nulmeting klaar. 

Winst: als eruit blijkt dat je (al) heel goed bent in bijv. samenvatten, dan skipt Taalblokken dat onderdeel/die Bouwsteen voor jou. 

De meesten zijn met 45 a 60 minuten klaar met 
de 40 vragen. Het is wel belangrijk om het helemaal 
af te krijgen. Heb je het af, geef het aan mij door. 
Ik kijk met jou naar de winst ;)
timer
1:00:00

Slide 11 - Tekstslide

4. BOUWSTEEN 3
Op de volgende slide zie je de theorie staan die je in elk geval moet doornemen en de opdrachten die je in elk geval moet maken. Maak deze eerst af, daarna kan je de nulmeting doen. Het kan zijn dat je dit in het tweede lesuur gaat maken, realiseer je dan dat je 40 vragen in één uur af moet krijgen. 

Geef het aan me door als je klaar bent met de vereisten, dan zet ik bouwsteentoets 3 voor jou open.  




Slide 12 - Tekstslide

BOUWSTEEN 3: TAALBLOKKEN
3F Voorbeeld & theorie, leesleer de theorie (pg 3) en maak alle opdrachten.
► Lezen en luisteren, maken: 
pg. 1 - 3: opgave 1 t/m 8; pg. 5: opgave 13, 14; pg. 6: opgave 16, 17 en 18.

2F Voorbeeld & theorie, leesleer de theorie (pg 3) en maak alle opdrachten.
Lezen en luisteren, maken:
pg. 1: opgave 1, 2 en 3; pg. 2: opgave 4 en 5; pg 3: opgave 6 t/m 9; 
pg 4: opgave 12; pg. 8: opgave 23 en 24; pg. 9: opgave 25, 26 en 27; 
pg 10: opgave 29 t/m 32. 

Slide 13 - Tekstslide

EINDE VAN DE LES

Slide 14 - Tekstslide