5.2 + 5.3

Van huisnijverheid naar fabrieken
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Van huisnijverheid naar fabrieken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis ophalen
  • 2 minuten
  • Schrijf zoveel mogelijk op wat je nog weet over de Industriële revolutie.
  • Probeer het zonder schrift!
  • Geen idee meer? -> bekijk je aantekeningen!



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen agrarische revolutie
  • Voor de AR was er veel honger, nu veel minder: is gevolg van stijging productie.
  • Enorm aantal goedkope arbeidskrachten beschikbaar voor industrie (want meer mensen).
  • Bevolkingsgroei: meer vraag naar kleding en voedsel.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitvindingen textielindustrie
Spinning Jenny
Met deze 'machine' kan er veel sneller kleding worden gemaakt.
In 1764 ontworpen door James Hargreaves.
Schietspoel
Ookwel 'flying shuttle'. 
In 1733 ontworpen door John Kay.
Hiermee werd het gemakkelijker gemaakt om te weven in de huisnijverheid.
  • Eerst huisnijverheid
  • In Engeland begin met uitvindingen in textielindustrie (wegens grote vraag).
  • Wevers en spinners.
  • Te groot voor in huis > fabrieken.
  • Spierkracht -> waterkracht -> stoom

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen
  • Groei textielindustrie ook impuls voor machine- en ijzerindustrie en steenkoolwinning.
  • Productie stijgt enorm (in 1825 kan arbeider 350x meer produceren dan in 1750)
  • Prijs katoenen kleding daalt, kwaliteit stijgt.
  • Ondernemers steken geld in machines en nemen arbeiders in loondienst.
  • Doel: winst maken.
  • Kapitalisme (=economisch systeem waarbij winst het hoofddoel is en de ondernemer veel vrijheid moet hebben hiervoor)
Arbeiders moeten steeds vaker goedkoper werken en betere producten maken.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom IR in Engeland?

Slide 6 - Tekstslide

Kool, uitvindingen hier, materialen uit koloniën.
Transportrevolutie
  • Langs vaarwegen worden fabrieken gebouwd.
  • Konden zo grondstoffen (ijzer, steenkool) aanvoeren en producten afvoeren.
  • 18e eeuw: ondernemers laten kanalen graven
  • Stoomlocomotief wordt uitgevonden.
  • 1850 in heel GB ontstaat er een dicht spoorwegnet.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tweede IR
  • Vanaf 1850 industriële revolutie ook naar VS, West-Europa en Japan.
  • Nieuwe industrieën: staal, chemie, elektriciteit
  • (Vergelijk met IJzer, stoom en textiel)
  • Met name staal is van belang! Sterker en soepeler dan ijzer.
  • Gevolg: bouw van bruggen en hoge gebouwen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tweede IR
  • Uitvindingen veranderen blijvend het leven:
  • Elektrische straatverlichting, telefoon, gloeilamp
  • Chemische industrie: plastic, kunstmest ˃ verdere stijging voedselproductie
  • Bedrijven steeds groter. Duizenden arbeiders.
  • Enorme economische groei wereldwijd

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijkste ontwikkelingen
  • Landbouw-stedelijke samenleving maakt plaats voor industriële samenleving.
  • Bevolking en steden groeien enorm door de industrialisatie.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht industriële revolutie
  1. Ga naar magister (studiewijzer).
  2. Vul het schema in.
  3. Vragen? Bekijk je aantekeningen of vraag het de docent! 

Klaar? Maak een samenvatting/mindmap van 5.1 t/m 5.3
Beide opdrachten zijn huiswerk voor volgende week maandag!



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies