Hamburg

Was machen wir heute?
Am Ende der Stunde........................
1. kennt ihr mehrere Fakten über Hamburg.
2. habt ihr eure Hörfertigkeit verbessert.
3. habt ihr eure Lesefertigkeit verbessert.
4. habt ihr eure Sprechfertigkeit verbessert. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Was machen wir heute?
Am Ende der Stunde........................
1. kennt ihr mehrere Fakten über Hamburg.
2. habt ihr eure Hörfertigkeit verbessert.
3. habt ihr eure Lesefertigkeit verbessert.
4. habt ihr eure Sprechfertigkeit verbessert. 

Slide 1 - Tekstslide

8

Slide 2 - Video

00:32
Wat is de eerste activiteit die ze gaan doen?
A
Boottour
B
Anleger
C
Hamburger Hafen

Slide 3 - Quizvraag

00:57
Wat is Dockland?
A
boot
B
Haven panorama
C
Architectuurwerk met uitzicht

Slide 4 - Quizvraag

01:39
Het heeft lang geduurd voordat de Elbphillharmonie klaar was.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 5 - Quizvraag

02:12
Hoeveel meter ligt de Elbtunnel onderwater?
A
10 meter
B
12 meter
C
16 meter
D
18 meter

Slide 6 - Quizvraag

03:05
Wat is het Miniaturwunderland?
A
Treinstation
B
Vliegveld
C
Brandweerkazerne
D
Een model van de stad Hamburg.

Slide 7 - Quizvraag

03:18
Hoelang heb je nodig om alles te zien?
A
Half uur
B
halve dag
C
1 dag
D
anderhalve dag

Slide 8 - Quizvraag

03:49
Hamburg heeft minder bruggen dan Venetië.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 9 - Quizvraag

04:20
Wat moet je sowieso halen als je in Hamburg bent?
A
Fischbrötchen
B
Bratwurst
C
Franzbrötchen

Slide 10 - Quizvraag

Berlin
Hamburg

Slide 11 - Sleepvraag

richtig oder falsch?
Hamburg hat der größte Hafen Europas.
A
richtig
B
falsch

Slide 12 - Quizvraag

richtig oder falsch?
Hamburg ist ein Bundesland.
A
richtig
B
falsch

Slide 13 - Quizvraag

Hamburger Hafen
Speicherstadt
Elbphilharmonie
Hamburger Rathaus
Reeperbahn
Miniatur Wunderland
Hauptkirche der Michel

Slide 14 - Sleepvraag

Was habt ihr von Hamburg gelernt?

Slide 15 - Woordweb