Proefles Spaans

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Professora: Mijke Ponjee

¡Bienvenidos a la clase de español! 

Welkom bij de Spaanse les !

• Algemene kennis over het Spaans
• Begroeten & afscheid nemen
• Tellen tot 10
• Jezelf voorstellen

¿Qué vas a aprender hoy?

Wat ga je vandaag leren?

Ben je weleens in een
Spaanstalig land geweest?

¡Sí!/Ja!

¡No!/ Nee, nog nooit!

Hoeveel personen spreken er Spaans in de wereld?

1. ongeveer 170 miljoen
2. meer dan 500 miljoen
3. meer dan 350 miljoen
4. minder dan 300 miljoen

Hoeveel Spaanstalige landen zijn er, denk je?

Weet je dat Spaans  in vele landen wordt gesproken ?

het Spaans = el español

Wist je dat?

- Spaans in wel 20 landen de officiële taal is?

- Wel 500 miljoen mensen Spaans als eerste taal spreken?

- Het dus een échte wereldtaal is?

(Spanje, Argentinië, Bolivia, Chili, Colombia, Costa Rica, Cuba, Dominaanse Republiek, Ecuador, El Salvador, Equatoriaal-Guinea, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Venezuela & Uruguay...)

Waar moet jij aan denken, als je aan Spanje denkt?

Sleep ze naar de kaart van Spanje toe

Welke Spaanstalige beroemdheden ken je?

Sleep de naam naar de juiste foto

Penélope Cruz

Lionel Messi

Máxima

Shakira

Daddy Yankee y Fonsi

Rafa Nadal

Welke Spaanse woorden ken je al?

Hoe kun je iemand in het Spaans begroeten?

1. ¡hola!
2. ¡buenos días!
3. bonjour!
4. ciao!

Hoe kun je vragen: "Hoe gaat het?"

1. ¿cómo estás?
2. ça va?
3. ¿qué tal?
4. tudo bem?

Hoe kun je "dankjewel" in het Spaans zeggen?

1. grazie
2. gracias
3. merci
4. obrigado

Hoe kun je afscheid nemen in het Spaans?

1. adieu
2. ciao
3. adiós
4. ¡hasta luego!

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Uno

Dos

Tres

Cuatro

Cinco

Seis

Siete

Ocho

Nueve

Diez

We gaan leren hoe je je voorstelt in het Spaans:

- Naam

- Woonplaats

- Leeftijd

Hoe heten deze personen?

Naam 1

Naam 2

waar komt deze persoon vandaan?

woonplaats 2

woonplaats 1

Hoe kun je in het Spaans vragen naar iemands naam?

1. ¿Cuántos años tienes?
2. ¿Cómo te llamas?
3. ¿De dónde eres?
4. ¿Qué te gusta comer?

Hoe oud zijn deze personen?

Leeftijd 1

Leeftijd 2

Hoe zeg je:
Ik heet ...

1. Me llamo ...
2. Tengo ...
3. Vivo en ...
4. Voy a ...

¿Cómo te llamas?

Hoe zeg je:
Ik kom uit ...

1. Me llamo ....
2. Tengo ... años
3. Soy de ....
4. Estoy bien

¿De dónde eres?

Wat betekent:
¿Cuántos años tienes?

1. Hoe heet je?
2. Waar woon je?
3. Hoe gaat het?
4. Hoe oud ben je?

Wat kun je antwoorden op:
¿Cuántos años tienes?

1. Vivo en Madrid
2. Soy de Holanda
3. Tengo 14 años
4. Me llamo Juan

¿Cuántos años tienes?

Kun je antwoord geven op de volgende vragen:
1. ¿Cómo te llamas?
2. ¿De dónde eres?
3. ¿Cuántos años tienes?

Nu je wat Spaans gehoord hebt, kun je vast herkennen welk liedje Spaans gezongen is!