Medicatieles 7 pijnstilling

Pijnmedicatie                    les 7
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MedicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pijnmedicatie                    les 7

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?
  • Weet je wat pijn is
  • Weet je hoe pijn werkt
  • Weet je welke soorten pijn er zijn
  • Weet je wat een pijnladder is
  • Weet je wat NSAID zijn 
  • Weet je wat opiaten zijn
  • Kun je alternatieve pijnbestrijding benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Wat versta jij onder pijn?

Slide 3 - Woordweb

Pijn is.....
  • Een onplezierige sensorische en emotionele ervaring
  • Een waarschuwing
  • Wat de cliënt zegt wat het is
  • Wanneer de cliënt zegt dat het is 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe werkt pijn?
Pijnprikkel (weefselbeschadiging)               zenuwen                 ruggenmerg               hersenen                 pijnervaring                 AU!!

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaken
- Beschadiging van het lichaam
- Infectie
- Tumorgroei
- Beknelling
- Overbelasting
- Vermoeidheid
- Spanning en stress

Slide 6 - Tekstslide

Soorten pijn
  • Acute pijn = pijn die plotseling optreedt
  • Chronische pijn  = pijn die langer dan 3 - 6 maanden blijft

  • Nociceptieve pijn = pijn door weefselbeschadiging
  • Neuropatische pijn = zenuwpijn. Ontstaat door beschadiging aan zenuwweefsel

Slide 7 - Tekstslide

Welke pijnstillers ken jij al?

Slide 8 - Woordweb

Wat neem jij als je pijnklachten hebt?

Slide 9 - Open vraag

Pijnladder 

Slide 10 - Tekstslide

NSAID (Non Steroidal Anti-Inflammatory Drug)
Naast een pijnstiller ook een ontstekingsremmer
Voorbeelden hiervan zijn Ibuprofen, diclofenac en naproxen 
(Helaas) veelal vrij te koop bij drogist/supermarkt

LET OP!!! Gaan vaak niet samen met andere medicatie
Nare bewerkingen 
Werken binnen 1 - 1,5 uur

Slide 11 - Tekstslide

Opiaten 
Deze medicatie zijn afkomstig uit opium. Opium is drugs. Verdovend middel waardoor het de communicatie tussen de hersencellen het lichaam vertraagd.
Opium wordt gewonnen uit een soort klaproos. 

Sterke pijnstiller maar worden ook voorgeschreven bij het verlichten van kortademigheid
Nare bijwerkingen:
- Suf worden, 
- Misselijkheid, 
- Braken, 
- Jeuk, 
- Obstipatie 

Slide 12 - Tekstslide

Opiaten bewaren
Opiaten thuis: geen grote hoeveelheden aanwezig in verband verslaving

Opiaten instelling: strikte regels. 
De zorgmedewerker moet aannemelijk kunnen maken dat zij het opiaat aan de cliënt heeft gegeven en niet de opiaten voor zichzelf heeft opgespaard. Het is de verantwoordelijkheid van de organisatie om het beheer zorgvuldig te regelen. Afspraken over het beheer van opiaten, moeten zijn gericht op het voorkómen van misbruik.
- Opiaten moeten achter slot en grendel bewaard worden en mogen niet bij de andere medicatie liggen
- Dubbele controle hangt af van de instellingsafspraken

Slide 13 - Tekstslide

Pijnladder 

Slide 14 - Tekstslide

Stap 1 paracetamol/ NSAID
Paracetamol afkorting in de medische wereld PCM
Is een pijnstiller maar verlaagt ook de koorts
Wordt voorgeschreven/gebruikt voor verschillende soorten pijnen

Werken snel 0,5-1 uur

Slide 15 - Tekstslide

Stap 2 zwak opiaat met NSAID of paracetamol

Tramadol
Sterke pijnstiller (zwak opiaat)
Misselijkheid, suf, slaperig en duizeligheid treden vaak op
2 weken niet autorijden 

Slide 16 - Tekstslide

Stap 3 sterk opiaat oraal of pleister

Slide 17 - Tekstslide

Stap 4 sterk opiaat per injectie

Slide 18 - Tekstslide

Alternatieven voor medicatie
  • Oefentherapie
  • Praten met psycholoog of gedragstherapeut
  • Complementaire zorg (massage / aromatherapie / mindfulness meditatie)
  •  Accupunctuur of dry-needling
  • Zenuwblokkade
  • Bestraling
  • Wisselligging
  • Afleiding

Slide 19 - Tekstslide

Einde les 7 
Maken lesdag 7 


Slide 20 - Tekstslide