2.3 ONLINE LES Met wie voel ik me verbonden?
Met wie voel ik me verbonden?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kind ProfessionalMBOStudiejaar 3
In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Met wie voel ik me verbonden?
Slide 1 - Tekstslide
Welke functies heeft een gemeenschap?
Mensen zijn groepsdieren.
Vrijwel ieder mens zoekt naar contact met anderen en wil ergens bij horen.
Daarom vormen mensen altijd al gemeenschappen, dat zijn kleinere of grotere groepen waarin ze met elkaar samenleven.
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdstuk 2.3, vraag 1
- Met wie heb jij vandaag tot dusver contact gehad?
- Met wie heb je regelmatig contact?
- dagelijks / wekelijks / maandelijks
- Wat maakt voor jou een vriendschap waardevol en belangrijk?
Vul in
Slide 3 - Tekstslide
soort gemeenschap
leef- en woongemeen- schappen
leer- en werkgemeen- schappen
verenigingen
geloofsgemeen- schappen
voorbeelden
buurten, wijken, dorpen, steden, landen
bedrijven, onderwijs, zorginstellingen, organisaties
sportclubs, politieke partijen, vakbonden
kerken, moskeeën, synagogen, meditatiecentra
Slide 4 - Tekstslide
Belangrijke functies en voordelen van een gemeenschap zijn:
veiligheid
Een gemeenschap biedt bescherming tegen gevaar en vijanden.
De Nederlandse gemeenschap zorgt voor hoge dijken die de inwoners tegen een stijgende zeespiegel beschermen.
En een buurman houdt een oogje in het zeil als anderen op vakantie zijn.
steun
Anderen helpen als iemand het moeilijk heeft.
Als iemand iets niet meer alleen kan, helpen familie, vrienden of buren.
Maar ook een huisarts of psycholoog is in een grotere gemeenschap voor iedereen binnen handbereik.
Slide 5 - Tekstslide
Belangrijke functies en voordelen van een gemeenschap zijn:
samen- werken
In verenigingsverband of met een grotere groep krijgen mensen meer voor elkaar.
Een sportclub kan dankzij een sponsorloop een nieuwe grasmat betalen. Een vereniging kan een gebouw huren dankzij de contributie van alle leden.
sociale contacten
Contacten met anderen maken mensen gezonder.
Volgens onderzoek leven mensen met goede sociale contacten langer en voelen ze zich vaak gelukkiger.
Slide 6 - Tekstslide
Hoofdstuk 2.3, vraag 3
In jouw sociale netwerk is de ene groep misschien belangrijker dan de andere groep.
Maak (in de mindmap) de lijn naar een groep extra dik als deze groep voor jou heel belangrijk is. Hoe dikker, hoe belangrijker.
Aan welke groep zou jij meer tijd willen besteden? Waarom vind je dat belangrijk?
Wat denk je? Ben jij vooral een groepsmens of een individualist? Waarom vind je dat?
Vul in
Slide 7 - Tekstslide
Solidariteit
Voor het goed functioneren van elke gemeenschap is solidariteit nodig.
De afzonderlijke individuen moeten willen bijdragen aan de gemeenschap.
Dat geldt voor een hobbyclub met twintig leden maar dat geldt even sterk voor de Nederlandse samenleving met ruim 17 miljoen leden.
Solidariteit vraagt om een bijdrage van ieder afzonderlijk mens.
Dat is een kwestie van geven en nemen, van wederkerigheid.
Iedere gemeenschap geeft rechten en voordelen, maar vraagt ook om een investering van het individu.
Slide 8 - Tekstslide
Individualisering
Door individualisering komt die solidariteit volgens sommigen onder druk te staan.
Wat gebeurt er als leden geen tijd hebben om klussen te doen voor hun vereniging?
En hoe veilig is een buurt waarin bewoners elkaar niet kennen omdat er weinig samen wordt gedaan?
Slide 9 - Tekstslide
Meer of minder sociaal contact?
Mensen lijken gemeenschappen minder belangrijk te vinden.
Dit komt volgens onderzoekers doordat mensen meer individualistisch zijn geworden.
De cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laten zien dat mensen minder in gezinsverband wonen dan vroeger. Er zijn een stuk meer eenpersoonshuishoudens.
Mensen gaan ook minder bij elkaar langs.
Minder contact met vrienden, familie en buurtgenoten.
Aan de andere kant maken mensen meer online contact met elkaar, dus ook als ze ver weg wonen. Het sociale netwerk van veel mensen is daardoor flink gegroeid.
Slide 10 - Tekstslide
Hoofdstuk 2.3, vraag 5
Vorm groepjes van 3:
Jullie gaan een gesprek voeren met zijn drieën over een stelling.
De vragensteller wil een duidelijk standpunt horen van de geïnterviewde.
Stelling:
Vrienden op sociale media zijn geen echte vrienden.
Vul in
Slide 11 - Tekstslide
Voor de pitch
Hoofdstuk 2
Hoe wil ik met anderen omgaan?
