4G oefenen met examenteksten BB 2019-9

Raadseltjes vooraf...
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Raadseltjes vooraf...

Slide 1 - Tekstslide

Het heeft een been, maar het kan niet lopen. Het heeft twee vleugels, maar het kan niet vliegen. Het draagt een bril, maar het kan niet zien.
Het heeft haar, maar het kan niet gekamd worden?
timer
0:30

Slide 2 - Open vraag

Het begint met een ‘t’, het zit vol met ‘t’ in en eindigt met een ‘t’. Wat is dit?
timer
0:30

Slide 3 - Open vraag

Degene die het koopt, wil het niet. Die het heeft, die weet het niet. Wat is dat?
timer
0:30

Slide 4 - Open vraag

Oefenen met examenteksten
Tekst doelen
Tekstsoorten
Leesstrategieën
Beeld en opmaak
Feiten en meningen
Indeling van een tekst
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Ik zou het onderwerp van de tekst kunnen vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Ik zou de hoofdgedachte van de tekst kunnen vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Ik zou het tekstdoel van een tekst kunnen noemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Ik zou de tekstsoort van een tekst kunnen noemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Ik zou feiten en meningen uit elkaar kunnen houden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Ik zou feiten en meningen uit elkaar kunnen houden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Ik zou tekstverbanden en signaalwoorden kunnen aanwijzen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Ik heb vraag 7 t/m 14 van tekst 2 gemaakt
Ja, alle vragen
nou, bijna alle vragen
alleen de eerste vragen
nee, ik heb er geen gemaakt

Slide 13 - Poll

Antwoorden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Welke vraag wil je bespreken?

Slide 17 - Open vraag

Tekst

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Welke zin in deze alinea is GEEN citaat?
A
De mensen in ...toch?
B
Sterker nog... te komen.
C
Hoeveel verdienen... kopen?
D
Al je ze daar... geld omgaan.

Slide 21 - Quizvraag

'Aangezien dit in de praktijk niet altijd gebeurt, heeft school ook een meehelprol.'
Welk tekstverband zit hierin?
A
Opsommend
B
Redegevend
C
Tegenstellend
D
Volgorde in tijd

Slide 22 - Quizvraag

Uit de bron kun je ook al informatie over de tekstsoort halen. Wat voor een soort tekst is dit?
A
Instructie
B
Column
C
Artikel
D
Advertentie

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het doel van de schrijver met deze tekst?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
D
Overtuigen

Slide 24 - Quizvraag

Hoe goed snap ik nu wat ik moet kennen en kunnen aan tekstbegrip?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll