1b6 - praesens, persoonvorm en infinitivus

LATIJN :))))))))))))))
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

LATIJN :))))))))))))))

Slide 1 - Tekstslide

Welke godin was er boos op Latona?

Slide 2 - Open vraag

Hoe heetten de kinderen van Latona?

Slide 3 - Open vraag

VANDAAG IN LATIJN
leren we hoe verbuigingen van het werkwoord werken

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoorden
Zijn nu nog in de tegenwoordige tijd: het praesens

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoorden
Zijn nu nog in de tegenwoordige tijd: het praesens

Vorming ww: stam + uitgang
(ama-t)

Slide 6 - Tekstslide

In het Nederlands 
vormen voor ik, jij, hij/zij/het, wij, jullie, zij 

Slide 7 - Tekstslide

In het Nederlands (voorbeeld)
ik loop 
jij loop-t
hij/zij/het loop-t
wij lop-en
jullie lop-en
zij lop-en

Het Nederlands heeft altijd een persoonlijk voornaamwoord bij het werkwoord

Slide 8 - Tekstslide

In het Latijn (voorbeeld amare)

Slide 9 - Tekstslide

In het Latijn (voorbeeld amare)
het latijn gebruikt géén persoonlijke voornaamwoorden!!

Slide 10 - Tekstslide

In het Latijn (voorbeeld amare)
ik
jij
hij / zij / het
wij
jullie 
zij

Slide 11 - Tekstslide

In het Latijn (voorbeeld amare)
ik
jij
hij / zij / het    ama-t
wij
jullie 
zij                            ama-nt

Slide 12 - Tekstslide

In het Latijn (voorbeeld amare)
ik                       am-o
jij                         ama-s
hij / zij / het    ama-t
wij                               ama-mus
jullie                        ama-tis
zij                            ama-nt

Slide 13 - Tekstslide

In het Latijn (voorbeeld amare)
ik                       am-o
jij                         ama-s
hij / zij / het    ama-t
wij                               ama-mus
jullie                        ama-tis
zij                            ama-nt
infinitivus (hele werkwoord): ama-re

Slide 14 - Tekstslide

Welke vorm is amas?
A
ik
B
wij
C
jij
D
jullie

Slide 15 - Quizvraag

Welke vorm is 'wij houden van' ?

Slide 16 - Open vraag

Wat voor vorm is amare?
A
jullie
B
wij
C
zij
D
hele werkwoord

Slide 17 - Quizvraag

over stammen
a-stam: ama-re
e- stam: tene-re
i-stam: audi-re
mk-stam: mitt-e-re

Slide 18 - Tekstslide