Ontdek de Wereld: Leer over de Continenten en Landen

Ontdek de Wereld: Leer over de Continenten en Landen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ontdek de Wereld: Leer over de Continenten en Landen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de continenten en belangrijke landen op de wereldkaart benoemen en enkele interessante feiten over hen delen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de continenten en landen in de wereld?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 1: Wat zijn continenten?
Continenten zijn grote landmassa's die op aarde bestaan en worden gescheiden door oceanen. Er zijn zeven continenten: Afrika, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Antarctica, Europa, Azië en Oceanië.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2: Afrika
Afrika is het op één na grootste continent en heeft 54 verschillende landen. Het is de thuisbasis van de Sahara, de grootste woestijn ter wereld, en heeft een rijke diversiteit aan culturen en wilde dieren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3: Noord-Amerika
Noord-Amerika bestaat uit drie grote landen: de Verenigde Staten, Canada en Mexico. Het heeft ook verschillende eilanden, zoals Cuba en de Bahama's. Noord-Amerika staat bekend om zijn technologische ontwikkeling en diversiteit.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4: Zuid-Amerika
Zuid-Amerika is het op drie na grootste continent en heeft 12 landen. Het omvat het Amazone-regenwoud, de langste rivier ter wereld, en het Andesgebergte. Zuid-Amerika heeft een rijke geschiedenis en cultuur.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5: Antarctica
Antarctica is het koudste continent op aarde en wordt voornamelijk bewoond door wetenschappers. Het heeft geen permanente inwoners en is bedekt met ijs. Antarctica is een belangrijk onderzoeksgebied voor klimaatverandering.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6: Europa
Europa is het op een na kleinste continent, maar heeft veel landen. Het staat bekend om zijn rijke geschiedenis, architectuur en diverse keukens. Enkele bekende landen in Europa zijn het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7: Azië
Azië is het grootste continent en heeft meer dan 40 landen. Het is de thuisbasis van de hoogste berg, de Mount Everest, en heeft een rijke culturele diversiteit. Enkele bekende landen in Azië zijn China, India en Japan.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8: Oceanië
Oceanië bestaat uit verschillende eilanden in de Stille Oceaan, waaronder Australië en Nieuw-Zeeland. Het heeft prachtige stranden, koraalriffen en unieke flora en fauna. Oceanië is ook de thuisbasis van de Aboriginal-cultuur.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9: Interactieve Wereldkaart
Gebruik een interactieve wereldkaart om de studenten te laten oefenen met het benoemen van continenten en belangrijke landen op de kaart.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10: Samenvatting
Herhaal de belangrijkste punten van de les en vraag de studenten om enkele interessante feiten te delen die ze hebben geleerd over de continenten en landen in de wereld.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.