Het bijwoord kan ook iets zeggen over een ander woord.
Ryan rijdt hard. ( Werkwoord )
Ryan rijdt heel hard. ( Ander bijwoord )
De kip legt enorm grote eieren. ( Bijvoeglijk naamwoord )
Een bijwoord lijkt soms op een bijvoeglijk naamwoord, maar het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord en een bijwoord niet;
Melanie kan goed voetballen. ( Werkwoord )
‘Alleen met de goden’ is een goed boek. ( Zelfstandig naamwoord)