BK1D Weektaak 11 november t/m 15 november 2019

Weektaak 11 november t/m
15 november
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Weektaak 11 november t/m
15 november

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Link

Wat moet je aan het eind van de week kennen en kunnen?

Deze week leer je de volgende zaken;
- je leert de persoonsvorm in een zin vinden
- is de laatste letter een -t of een -d (verlengproef!)
- je maakt woensdag een SO over woordenschat H2:
   * je moet weten hoe je de betekenis van een onbekend woord vindt + de woorden op de woordenlijst (zie de vorige dia)

Slide 4 - Tekstslide

Maandag
Maak eerst Beter Spellen (zie volgende dia)
In deze les leer je hoe je de persoonsvorm kunt vinden
* Klassikaal maken we de startopdracht
* Bekijken van de theorie
Maak de aangegeven opdrachten
Volgende week krijg je een SO over deze les.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Hoe vind je de
persoonsvorm?

Slide 7 - Woordweb

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Een openbaar toilet is in geen velden of wegen te bekennen.

Slide 8 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:

Een vrouw loopt in een vreemde stad.

Slide 9 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Daar ligt een oude man opgebaard.

Slide 10 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Waarom heeft Gerrit zijn huiswerk niet gemaakt?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Link

Aan de slag!
Maken; opdrachten in je digitale boek
Klaar? 

timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

De persoonsvorm is het werkwoord dat je in een andere tijd kunt zetten.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 14 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met de zin in een andere tijd zetten?
A
Ik moet de klok verzetten.
B
Ik ga de zin husselen.
C
Ik maak van de zin een vraagzin.
D
Ik zet de zin van TT naar VT of van VT naar TT.

Slide 15 - Quizvraag

Alle leerlingen van BK1D weten hoe je de persoonsvorm moet vinden.
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
weten
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 16 - Quizvraag

Gisteren liepen er veel voetballers op het veld
A
Gisteren
B
veel voetballers
C
liepen
D
op het veld

Slide 17 - Quizvraag

Wie gaat vandaag zijn huiswerk maken?
A
Wie
B
zijn
C
maken
D
gaat

Slide 18 - Quizvraag

Dinsdag
- maken Beter Spellen
- maken Taalverzorging H2; een -d of een -t aan het eind van een woord
- in deze les leer je:
    * de verlengproef gebruiken bij woorden die eindigen op een -d of -t

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Maken
* klassikaal maken we de startopdracht
* lezen en bekijken van de theorie
* Maak de aangegeven opdrachten van Taalverzorging H2
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Woensdag
SO Woordenschat H2
Zorg dat je alle opdrachten hebt gemaakt
Je moet het volgende weten/ kennen/ kunnen;
* je leert de betekenis van onbekende woorden vinden
* Zoek de betekenis tussen haakjes of tussen komma’s in dezelfde zin.
* Zoek de betekenis in de volgende zin
*  Zoek de betekenis in de vorige zin.
* Leer de woorden van de woordenlijst, zie volgende sheet.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

SO oefenen
Op de volgende slide kun je de woorden voor je 
SO Woordenschat H2 leren.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Klaar
Maak de opdrachten van Beter Spellen, zie volgende sheet.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Tot slot
Maak de oefening op de volgende slide.
Je oefent hier de ei- en de ij- woorden.
Succes!

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Namen

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link